Gepubliceerd in vakbondsmagazine Solidariteit
Steeds
meer werklozen gaan uitzendwerk doen of nemen een of ander flexibel baantje.
Het arbeidsbureau gaat steeds meer met commerciele uitzendburo;s samenwerken en
zet de werklozen onder druk om alles maar te accepteren. Door de grote werkloosheid
kunnen werkgevers altijd wel iemand vinden voor tijdelijk rot werk dat slecht
betaalt. De arbeidskracht als wegwerpartikel. Een korte beschouwing over de
commercialisering van de arbeidsbemiddeling in Amsterdam en de opmars van de
fictieve werknemers.
Eerst iets over de aantallen uitkeringsgerechtigden
in de bijstand die in Amsterdam naast hun uitkering uitzendwerk of ander
flexibel werk verrichten. Er zijn momenteel in Amsterdam ongeveer 65.000
bijstandsgerechtigden. 7000 van hen verrichten naast hun uitkering betaald
werk. Dus ongeveer 1 op de 10. Het gaat hier om part-time banen, meestal
tijdelijk, waarbij de inkomsten onvoldoende zijn om van te leven. Hoeveel
uitzendarbeid daar bij is, is niet bekend. In de oude bijstandswet was er een
bijverdiensteregeling, waarbij je 25% van wat je verdiende mocht houden tot
een maximium van ongeveer 280,- Geen vetpot, maar bij de schrale
bijstandsuitkering een welkome aanvulling. In de nieuwe bijstandswet hebben de
gemeenten de vrijheid, een eigen regeling in te vullen. In Amsterdam betekent
het, dat voor grote groepen de 25% regeling is afgeschaft. Daarvoor in de
plaats is -in combinatie met bezuinigingen- een ingewikkeld stelsel van
scholings- en activeringspremies gekomen, waar bijna niemand iets aan heeft.
Nu zou je misschien verwachten, dat door de slechtere regeling minder mensen
erbij gaan werken. Maar dat is niet zo. Twee jaar geleden werkten op 70.000
bijstandsgerechtigden nog 3500 naast hun uitkering, en nu zijn dat er dus
7000. De hele diskussie over de noodzaak van een groot verschil tussen minimum
cao-lonen en bijstand om de werklozen financieel te prikkelen aan het werk te
gaan is dus onzin. De markt voor flexibele arbeid wordt steeds omvangrijker, en
als er werk is, zijn er heel andere veel belangrijker motieven voor werklozen
om te gaan werken.
Naast die 7000 is er nog een omvangrijke
categorie die dan weer een poosje werk heeft en dan weer niet. Dat kunnen
mensen zijn die een tijdje WW afwisselen met betaald werk, maar er zijn ook
mensen die weer in de bijstand terechtkomen (free-lancers). In Amsterdam zijn
er bij de sociale dienst per maand 1500 mutaties: mensen die instromen omdat ze
werkloos worden, en mensen die uitstromen omdat ze werk hebben gevonden. Hoeveel
mensen dan weer terugkomen in de bijstand is niet bekend. Ik heb wel eens
pogingen gedaan, erachter te komen hoe groot de groep is-naast de min of meer
permanente groep werklozen- die jarenlang afwisselend een uitkering en werk
heeft. Bij de bedrijfsverenigingen geeft men echter geen antwoord op schrijftelijke
vragen dienaangaande. En bij de sociale dienst heeft men, voorzover mij bekend,
de gegevens niet.
additionele arbeid
En tenslotte is er de 'additionele arbeid' de
banenpools en de Melkertbanen. De banenpool is sowieso een vorm van uitzendarbeid:
je bent in dienst van een werkgever, een soort gemeentelijke pool, die je
tijdelijk uitleent aan een andere instelling. De inlenende organisatie heeft
vrij veel mogelijkheden om je weer aan de dijk te zetten. In 10% van de
gevallen werkt de banenpooler bij een inlenende organisatie, die de
inleen-premie niet kan betalen. Deze mensen worden binnenkort weer aan de dijk
gezet en je moet maar afweachten, waar je dan terecht komt. In de Melkert 2
regeling komt uitzendarbeid ook voor, bv de pool voor het midden en klien
bedrijf in het Westerpark. In advertenties worden werkgevers als volgt aangesproken:
"MKB-pool voor al uw klussen. Werkjes waaraan u niet toekomt. Of pieken
met extra drukte. Te weinig werk om iemand in dienst te nemen. Maar af en toe
iemand inhuren voor kort, flexibel werk, dat zou de oplossing zijn. De MKB-pool
neemt mensen in dienst en leent die uit aan diverse bedrijven. Per dag, of
zelfs een paar uur". De bedoeling is, voorlopig 50 werklozen op die manier
aan het werk te zetten, wie niet mee wil doen riskeert een strafkorting. En
Manpower, het uitzendbureau dat het organiseert heeft grootse landelijke
plannen met deze formule. De werknemers verdienen het wettelijk minimumloon
(fl 2234,- bruto per maand). Maar... de inlenende middenstander betaalt slechts
fl 5,- per uur, dankzij
18.000,- Melkertsubsidie per arbeidsplaats, waar
de gemeente nog eens fl 14.000 bijlegt. Dat hier verdringing van bestaande
betaalde arbeid zal optreden, hoeft geen betoog. Zlefs de partijen in het
paarse kabinet hebben hun bedenkingen bij deze werkwijze. "De arbeidsmarkt
moet geen De Slegte worden" zei het kamerlid Bakker (D'66). En concurrent
Randstad ziet niets in het project: " De betrokkenen hebben geen betere
kans op de arbeidsmarkt" en: "lagere loonkosten helpen in doorsnee
slechts een klein beetje".
Al met al kunnen werkgevers voor het invullen
van hun oproep-uitzend- en andere flexibele arbeid in toenemende mate putten
uit een groot reservoir aan werkzoekenden, die geen andere mogelijkheden
hebben om aan het werk te komen. Voor de werkgevers die hun aantallen
flexibele arbeidskrachten willen uitbreiden is zo,n groot reservoir aan vaak
wanhopige werkzoekenden maar wat nuttig.
spreekuurvragen
Als het gaat om het vraagstuk van flexibele
arbeid en uitzendarbeid in combinatie met een uitkering komen er twee soorten
vragen op ons spreekuur:
1. Uitzendbureau's worden in toenemende mate
ingeschakeld in het systeem van arbeidsbemiddeling. De arbeidsbemiddeling wordt
steeds meer een commerciele zaak. Handel in adressen en privegegevens van
consumenten/clienten wordt steeds meer een miljoenenbusiness, waar enkele
handige jongens en meisjes veel geld mee verdienen, zonder dat de gemiddelde
werkzoekende er wat aan heeft. De krenten worden uit de pap gevist, de wat moeilijker
bemiddelbare werkzoekenden kunnen barsten. Hun gegevens komen ook terecht bij
commerciele instellingen en bedrijven; solliciteren naar betaald werk waarbij
je jezelf van je beste kant laat zien heeft dan helemaal geen zin meer. Hierbij
komt het vraagstuk van de privacy om de hoek kijken. Clienten van de sociale
dienst worden onder druk gezet zich in te schrijven bij uitzendbureau's en
daar hun hele hebben en houden op tafel te leggen. De vraag is dan in hoeverre
ze je daartoe kunnen verplichten, net als bij het arbeidsbureau. Een nieuwe
ontwikkeling is, dat arbeidsbureau's die dossiergegevens van de
ingeschrevenen doorsturen naar uitzendbureau's. Dit gebeurt landelijk en op
grote schaal. Het arbeidsbureau stuurt je een briefje dat je dossiergegevens
aan het uitzendbureau worden gegeven tenzij je via een bijgevoegd formuliertje
bezwaar maakt. Nergens staat vermeld wat ze gaan doorgeven en aan welke
uitzendbureau's. Ze vragen om een vrijbrief. Je moet zelf reageren als je het
niet wilt. Dat heet negatieve optie. Volgens de privacy-wetgeving mag dat niet.
In Utrecht, Amsterdam en Leeuwarden hebben belangenorganisaties stappen
ondernomen tegen deze gang van zaken. Er is oa geprotesteerd bij de
Registratiekamer.
2. De tweede categorie problemen heeft betrekking
op het feit, dat de nieuwe vormen van tijdelijk, flexibel werk en uitzendarbeid
totaal niet aansluiten op het huidige arbeidsrecht en sociaal-zekerheidsrecht.
In het arbeidsrecht kent men maar twee smaken: werknemers en
ondernemers/werkgevers. Om te bepalen of iemand werknemer is, zijn allerlei
criteria ontwikkeld. Er wordt loon betaald, je hebt een gezagsverhouding met
je baas, etc. Maar op flexibel werk is die definitie vaak niet van toepassing.
Staat een oproepkracht in een gezagsverhouding met zijn/haar baas? En wanneer
dan? Juridisch gezien gaat het bijvoorbeeld bij free-lance werk om een overeenkomst
tot het verrichten van enkele diensten. Maar is de opdrachtgever dan werkgever
en de free-lancer werknemer? Dat is vaak onduidelijk. Met alle gevolgen van
dien. Heb je recht op een uitkering bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid?
Ben je verzekerd? Is er een cao van toepassing? Daarom hebben de bedrijfsverenigingen
en de belastingdienst het begrip 'fictieve arbeidsovereenkomst' ingevoerd.
Dat wil zeggen: voor de belastingen en het arbeidsrecht ben je een
zelfstandige, maar voor de sociale verzekeringen ben je een werknemer, omdat
ze iets verschillende definities hanteren.
Ach, vroeger was alles duidelijk. Je had
arbeiders, die in loondienst waren bij kapitalisten. Tegenwoordig ben je 'fictieve
werknemer'. Daar kun je hooguit een fictieve identiteit aan ontlenen en dat zal
ook wel de bedoeling zijn. Of is er niets nieuws onder de zon?
Piet van der Lende