donderdag 17 april 2014

Klijnsma voorstel: werklozen die geen Nederlands spreken kunnen verrekken

Klijnsma: 'Spreek Nederlands, anders hongeren we je uit'. ( (Roel Wijnants Fotografie)Aan de ene kant nieuwe symboolwetgeving, aan de andere kant desastreuze gevolgen. Wie een jaar na het aanvragen van bijstand verwijtbaar nog geen Nederlands spreekt, kan zijn uitkering kwijtraken. Dat is de kern van een wetsvoorstel dat PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd. De zoveelste aanval op werklozen.

Met dit voorstel dreigt er voor het verkrijgen van bijstand in de praktijk een beoordelingsmoment bij te komen. Extra ambtenaren moeten gaan beoordelen of iemand Nederlands spreekt, hoewel klantmanagers er niet voor hebben doorgeleerd om dat te beoordelen. Wat staat ons naar alle waarschijnlijkheid te wachten, als het voorstel wordt ingevoerd? Er zullen uitzonderingsgevallen worden bedacht. Er zullen criteria moeten komen om na te gaan wanneer sprake is van verwijtbaar gedrag. Er zullen door bijstandsgerechtigden bezwaarschriften worden ingediend bij de gemeente, waarna zaken bij de rechter zullen komen. Er zal op basis van beslissingen van rechters nieuwe jurisprudentie worden ontwikkeld. Er zal nieuwe bureaucratie ontstaan, met examens en examinatoren, en er zullen nog ingewikkeldere regels en voorschriften komen, waar de VVD zogenaamd op tegen zegt te zijn. De liberalen pleiten wel voor minder overheidsingrijpen en deregulering als het om de rijken gaat, maar breiden de controle- en strafstaat uit om de armen in de gaten te houden en klein te krijgen. Twee jaar geleden diende VVD-Kamerlid Cora van Nieuwenhuizen een wetsvoorstel in dat sterk leek op dat van Klijnsma nu. En drie jaar geleden maakte de “spreek Nederlands”-eis deel uit van een pakket maatregelen van minister Henk Kamp, onder het motto “eerst modelburger worden, dan pas bijstand”.

Het Klijnsma-voorstel vormt aan de ene kant symboolwetgeving, omdat te verwachten valt dat voor veel bijstandsgerechtigden toch wel een uitzondering zal moeten worden gemaakt. Maar het is aan de andere kant ook waarschijnlijk dat een grotere of kleinere groep werklozen getroffen gaat worden door het voorstel. De disciplineringsmaatregel moet beschouwd worden als een nieuw wapen waarmee een heel leger ambtenaren hun dagelijkse bezigheid “werklozen pesten en opjagen” nog verder kunnen intensiveren. In de toekomst kunnen werklozen met die maatregel nog eerder en gemakkelijker worden uitgesloten van bijstand. Maar de protesten tegen de voortdurende aanvallen op onze bestaanszekerheid zouden ook wel eens kunnen gaan toenemen. Want de overheid kan werklozen wel hun inkomen ontnemen, maar niet de wil om te leven en te strijden tegen onrecht.

Een stukje geschiedenis

Toen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de eerste generatie migranten, in die tijd “gastarbeiders” genoemd, door de bazen en de staat werden geworven in onder meer Marokko en Turkije, vormde het geen probleem dat velen van hen analfabeet waren en geen Nederlands spraken. De werkgevers en de overheid maakten zich er niet druk om. Er was een tekort aan arbeidskrachten, en die analfabeten konden mooi eentonig lopende band-werk doen in fabrieken, zo dacht men in die kringen. En die migranten verbleven hier toch maar tijdelijk, meende men, dus waarom zouden er investeringen moeten worden gedaan voor mensen die op termijn toch weer zouden vertrekken. Ze zoeken het zelf maar uit, als ze niet kunnen lezen en schrijven, aldus de houding van de overheid en de werkgevers, die dan ook niet investeerden in taalonderwijs en andere voorzieningen. Lekker goedkope arbeidskrachten, daar draaide het allemaal om. En als we die “gastarbeiders” niet meer nodig hebben, dan dumpen we hen toch gewoon. Zo stelde men zich toen op.

Maar de migranten probeerden te ontsnappen aan de bittere armoede in hun landen van herkomst en bleven daarom in Nederland. Zeer velen van hen wilden maar al te graag Nederlands leren en leren lezen en schrijven, met behoud en verdere ontwikkeling van een eigen identiteit. Het krijgen van onderwijs om te leren lezen en schrijven is een fundamenteel mensenrecht, waarvoor de overheid voorzieningen beschikbaar moet stellen. Maar dat deed de Nederlandse overheid in de loop der tijd maar mondjesmaat. Er ontstonden toen lange wachtlijsten bij alfabetiserings- en taalcursussen.

Geld vinden

Toen de inburgeringscursussen ingevoerd moesten worden, moest daar geld voor worden gevonden. De schandelijke situatie doet zich nu voor dat in Nederland anno 2014 meer dan een miljoen in Nederland geboren en getogen burgers niet kunnen lezen en schrijven. Oorspronkelijk had de overheid wat geld uitgetrokken om via het volwassenenonderwijs mensen te leren lezen en schrijven. Dat onderwijs moest wel worden gegeven door vrijwilligers. Want de overheid financierde geen betaalde leerkrachten, hoewel duidelijk is dat  anderen een taal leren en leren lezen en schrijven een vak is dat lang niet iedereen in de vingers heeft. Het gevolg was dat de overheid nog meer ging bezuinigen op het volwassenenonderwijs en dat geld ging gebruiken om inburgeringscursussen mee te financieren. Daar waren veel mensen boos over. Sommigen gaven migranten die moesten inburgeren, er de schuld van dat het volwassenenonderwijs om zeep was geholpen. Echter, niet de migranten, maar de staat heeft het probleem veroorzaakt. De staat weigert immers om voldoende voorzieningen beschikbaar te stellen voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en geen of onvoldoende Nederlands spreken. De staat kwam ook met de leugen dat er nu eenmaal moet worden bezuinigd en dat dit soort voorzieningen daarom moet verdwijnen. Maar er is geld genoeg in Nederland. Het is alleen enorm onrechtvaardig verdeeld. De rijken worden rijker en de armen worden armer.

Nu heeft de staat een nieuwe stok gevonden om de hond te slaan. Men stelt de eis dat mensen die een beroep doen op de bijstand, Nederlands moeten spreken. Principieel gezien moet daar krachtig stelling tegen worden genomen. Want ook wie geen Nederlands spreekt, behoort in dit land een inkomen te hebben om van te kunnen leven. Het wetsvoorstel geeft Klijnsma een extra smoes om nog meer mensen uit de bijstand te kunnen jagen en daarmee over de ruggen van armen nog meer te kunnen bezuinigen. Het voorstel is vanuit het perspectief van de betrokken bijstandsgerechtigden niet alleen onrechtvaardig, maar ook overbodig. Want de overgrote meerderheid van de mensen die geen of onvoldoende Nederlands spreken of niet kunnen lezen en schrijven, wil dolgraag ondersteuning hebben om dat te kunnen leren. Waarom moet er in de bijstandsregels, die toch al zoveel controle en intimidatie bevatten, de zoveelste extra verplichting worden opgenomen? En gaat de staat nu wel voldoende faciliteiten ontwikkelen om de schande van het alfabetisme in Nederland structureel aan te pakken? Dat denk ik niet. De staat gaat vooral door met aantasten van de bestaanszekerheid en met bezuinigen aan de onderkant van de samenleving. Ook praat de staat de armen aan dat armoede en werkloosheid hun eigen schuld is. En onder het mom van de eigen verantwoordelijkheid dwingt de staat inburgeringsplichtige migranten sinds 2013 om zelf de kosten van hun integratie op te hoesten. Wie dat niet kan betalen, moet geld lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

vrijdag 11 april 2014

Volgens een recente brief van achttien landelijke hulporganisaties aan alle gemeenteraden raken steeds meer mensen in financiële problemen. Maar armoedebestrijding is niet gebaat bij de vrijwel nietszeggende inhoud van hun brief.

In 2012 behoorden ruim 1,3 miljoen (8,4 procent) mensen tot een huishouden met een laag inkomen, waaronder 391.000 (11,8 procent) kinderen. Iets meer dan een op de zes Nederlandse huishoudens (17,2 procent) liep in dat jaar een risico op problematische schulden, had die schulden al of zat in een schuldhulpverleningstraject. Vanwege een laag inkomen en flinke schulden worstelen deze armen dagelijks met het probleem hoe ze rond kunnen komen en hoe ze mee kunnen blijven doen aan de samenleving. Soms verliezen mensen zelfs een dak boven het hoofd. De hulporganisaties vinden dat niemand als gevolg van zijn financiële situatie buiten spel mag staan, zeker kinderen niet.
Na deze schrijnende vermelding van de feiten doen de organisaties in hun brief de nogal vrijblijvende oproep dat armoedebestrijding en schuldhulpverlening in de nieuwe collegeprogramma’s van gemeenten prioriteit moet krijgen. Uiteraard zullen alle gemeenteraden benadrukken dat het bij hen “de allerhoogste prioriteit” heeft. De VVD voorop. Maar hoe of wat, welke maatregelen er moeten worden genomen en wat een goed beleid is, daar laat de brief zich niet over uit. En vanzelfsprekend plaatsen de organisaties die de brief hebben ondertekend, zoals de Sociale Alliantie, de Voedselbanken, Cordaid, het Leger des Heils en Kerk in Actie, zichzelf in het zonnetje. Ze geven aan dat er toch vooral wel met hen moet worden samengewerkt, dat ze al veel doen en dat ze samen met gemeenten een bijdrage kunnen leveren aan de armoedebestrijding.

De organisaties stellen vast dat gemeenten gelukkig meer geld krijgen voor armoedebestrijding. Maar dat optimisme is nogal misplaatst. Want gemeenten krijgen allerlei taken toegeschoven van de rijksoverheid die ze juist met minder geld moeten uitvoeren. De brief van de organisaties had net zo goed niet geschreven kunnen worden. Dit soort nietszeggendheid krijg je als de breedte van de samenwerking het belangrijkste is en de inhoud wordt gereduceerd tot een waterige tekst waarin armoede en de bestrijding ervan ernstig wordt gedepolitiseerd. Iedereen kan zich wel vinden in de brief, van de PVV tot de SP. En dat is nu precies ook het probleem. Ondertussen groeit de kloof tussen arm en rijk en zit de onderkant van de samenleving in de hoek waar de klappen vallen.

vrijdag 4 april 2014

Euromarsen tegen dwangarbeid

Persbericht

De ‘Europese marsen tegen werkloosheid, onzekere flexibele arbeid en sociale uitsluiting’ is een Europees netwerk van vakbondsgroepen en werklozenorganisaties. Het netwerk neemt deel aan een demonstratie in Brussel op 4 april die wordt georganiseerd door het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) waarvan in Nederland het FNV deel uitmaakt. De demonstratie wordt gehouden aan de vooravond van de Europese verkiezingen en vindt plaats in het kader van de EVV campagne ‘een nieuw pad voor Europa’. Het EVV verzet zich tegen het huidige beleid, dat leidt tot aanzienlijke verslechteringen arbeidsvoorwaarden en omstandigheden in verschillende landen. De EVV heeft een plan ontwikkeld voor  meer investeringen, duurzame groei en kwalitatief goede banen.

De Euromarsen hebben naar aanleiding van de demonstratie en verklaring uitgegeven over dwangarbeid voor werklozen in allerlei projecten. Deze politiek wordt in toenemende mate in verschillende landen uitgevoerd. Het pamflet zal uitgedeeld worden tijdens de demonstratie.

De Euromarsen verzamelen om 10.30 uur bij Metro Rogier bij het begin van de Boulevard duu Jardin Botanique. Daarna sluit het blok zich aan bij het begin van de demonstratie, op Boulevard Pacheco (tussen metro Rogier en metro Botanique). De demonstratie eindigt om 14.00 uur in het Parq du Cinquantaire.

Hieronder de tekst van het pamflet.

Werken voor je uitkering? Dat is dwangarbeid!

In verschillende Europese landen voert men een beleid, waarbij een werkloosheidsuitkering of bijstand geen algemeen recht meer is, wanneer men niet over andere bestaansmiddelen beschikt. Werklozen worden verplicht in de bijstand een tegenprestatie te leveren of te werken voor hun uitkering om die uitkering te kunnen krijgen. Wie op deze wijze wordt verplicht te werken krijgt geen loon.
Maar de bijstand is een vangnet voor mensen die geen betaald werk hebben en die zonder geld zitten. Je hebt geen keus om zelf werk te kiezen en je kunt niet weigeren. Wanneer je de opgelegde dwangarbeid weigert, krijg je met zware sancties te maken of met stopzetting van je uitkering. Daarom is werken voor je uitkering een vorm van dwangarbeid.
In het kader van de overheidsbezuinigingen wordt dit beleid steeds meer doorgevoerd. Werklozen kunnen het werk dat eerst betaalde krachten deden mooi gratis doen. Dat gebeurt in de verschillende Europese landen in meerdere of mindere mate. Maar de denkrichting is overal hetzelfde. In Nederland gebeurt het al op vrij grote schaal. Werknemers, die voor een loon diensten verrichten, bijvoorbeeld bij de overheid, worden ontslagen, werklozen nemen hun plaats in. Ook in commerciële bedrijven werken gratis arbeidskrachten. Dat is verdringing van betaalde arbeid. Bestuurders worden niet moe te zeggen dat dit niet voor mag komen. In werkelijkheid gebeurt het toch. En de lonen van degenen die nog betaald werk hebben dalen, omdat zij soms moeten concurreren met werklozen die voor hun uitkering werken.
Deze werklozen hebben niet de rechten, die werknemers met een loon hebben. Zoals een arbeidscontract, een cao of een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Zij blijven onder het regiem van de bijstand en werken als werklozen zonder rechten. Men verkoopt deze maatregelen met de leugen, dat werklozen eerst ‘werknemersvaardigheden’ moeten leren, om hun kansen op betaald werk te vergroten. Op deze wijze wordt gesuggereerd, dat de werklozen zelf schuldig zijn aan hun werkloosheid. Maar de oorzaak van werkloosheid is niet een gebrek aan ‘werknemersvaardigheden’ maar een gebrek aan banen.

De Europese Marsen tegen werkloosheid, onzekere flexibele arbeid en sociale uitsluiting eisen:
Geen dwangarbeid voor werklozen
Geen verlagingen en kortingen op de uitkeringen
Stop de strafsancties tegen werklozen.
Een uitkering is een recht, wanneer je geen andere     bestaansmiddelen hebt.
In alle landen van Europa moet er een leefbaar sociaal minimum zijn. Daarvoor moeten criteria op Europees niveau ontwikkeld worden.
Scheppen van voldoende arbeidsplaatsen. Arbeidstijdverkorting met behoud van loon.
Een leefbaar Wettelijk Minimum Loon in alle Europese landen

Europese Marsen tegen werkloosheid, onzekere flexibele arbeid en sociale uitsluiting, een Europees netwerk van vakbondsgroepen en uitkeringsgerechtigdengroepen.
Da Costakade 162 – 1053 XD Amsterdam. 020-6898806. euromarsen@dds.nl

Duitse vertaling van het pamflet:

Arbeiten für Sozialhilfe?

Das ist Arbeitszwang!

In verschiedenen europäischen Ländern wird eine Politik entwickelt, wobei Sozialhilfe oder ein Schutz gegen Arbeitslosigkeit kein allgemeines Recht mehr ist, wenn man sonst über keine anderen Existenzmittel verfügt. Arbeitslose werden verpflichtet, für Leistungen aus der Sozialhilfe oder des ALG II zu arbeiten. Du musst eine "Gegenleistung" erbringen, um eine soziale Leistung zu bekommen. Wer auf diese Weise verpflichtet wird, für eine Sozialleistung zu arbeiten, bekommt keinen Lohn.

Aber eine Sozialleistung ist ein Auffangnetz für Menschen ohne bezahlte Arbeit und ohne Geld. Die zwangsweise zugewiesene Arbeit kann man sich nicht aussuchen und man kann sich nicht verweigern. Wenn du dich weigerst, wird dir die Sozialleistung gestrichen oder du bekommst schwere Sanktionen und kannst in aller Freiheit verhungern. Arbeitslosen eröfnet sich damit keine Perspektive auf eine bezahlte Arbeit. Deshalb ist Arbeit für Sozialleistung ein Form von Arbeitszwang.

Mehr und mehr setzt sich diese Politik als ein Teil der Kürzung von Ausgaben durch. Das geschieht in den verschiedenen EU-Ländern mit unterschiedlicher Geschwindigkeit. Aber die Richtung ist für alle dieselbe. In den Niederlanden ist es schon so. Arbeiter, die gegen Lohn für die Gemeinde Dienste verrichten, werden entlassen, Arbeitslose kommen an ihre Stelle. Auch Betriebe bekommen gratis Arbeitskräfte und entlassen dafür bezahlte Beschäftigte. Das ist Verdrängung von bezahlter Arbeit. Zwar behaupten Politiker, das würde nicht passieren, in Wirklichkeit aber geschieht es doch. Und die Löhne der Beschäftigten sinken, weil sie konkurrieren müssen mit Arbeitslosen, die nur für ihre Sozialleistung arbeiten.

Solche Gratisbeschäftigten haben natürlich nicht die Rechte, die normal entlohnte Beschäftigte haben, etwa einen Arbeitsvertrag, einen Tarifvertrag oder eine Versicherung gegen Arbeitsunfähigkeit. Sie bleiben unter dem Regime der Sozialhilfe und arbeiten als Arbeitslose ohne Rechte.

Man verkauft diese Massnahmen mit der Lüge, Arbeitslose müssten "Arbeitnehmerfähigkeiten" erst wieder lernen, um ihre Chancen auf bezahlte Arbeit zu vergrössern. Auf diese Weise wird gesagt, die Arbeitslosen sind selbst schuld an ihrer Arbeitslosigkeit. Aber die Ursache von Arbeitslosigkeit ist nicht der Mangel an Arbeitnehmerfähigkeiten. Die Ursache ist ein Mangel an ausreichenden Arbeitsplätzen.
Die Europäischen Märsche gegen Erwerbslosigkeit, ungeschützte Beschäftigung und Ausgrenzung fordern:

* Kein Arbeitszwang fur Arbeitslose
* Keine Kürzungen von Sozialleistungen
* Stoppt die Sanktionen gegen Arbeitslose
* Sozialleistung ist ein Recht, wenn man ohne Existenzmittel ist
* In allen Ländern Europas muss es ein auskömmliches soziales Mindesteinkommen geben. Dafur müssen Kriterien auf europäischer Ebene entwickelt werden
* Schaffung von ausreichend Arbeitsplätzen; Arbeitszeitverkürzung bei vollem Lohnausgleich

* Auskömmlicher gesetzlicher Mindestlohn in allen europäischen Ländern.