vrijdag 24 december 2010
Waar blijven de voorstanders van een basisinkomen?
dinsdag 21 december 2010
Onderhandelingen met derden over de eerste hoofdlijnen notities
22 december 2010 vindt dan het officiele overleg plaats van de staatssecretaris en ambtenaren met UWV, Cedris, VNG en Divosa dat in de eerste memo’s al is aangekondigd. Dit overleg wordt waarschijnlijk genoemd in de niet openbare verslagen van overleggen waarvan er 2 op 22 december zijn. Wellicht hebben de vergaderingen met Cedris, Divosa, UWV en VNG niet in een vergadering plaatsgevonden, maar afzonderlijk. Of is er daarnaast nog overleg geweest met anderen. In de ons toegestuurde stukken en genoemde data van verschenen stukken wordt niets genoemd tussen 22 december en 28 december. Op 28 december ziet een niet openbare nota het licht. En op 1 januari verschijnt een geheim memo. Wellicht zijn de onderhandelingen in de kerstvakantie op een laag pitje gezet.
dinsdag 14 december 2010
De eerste beslispunten op het ministerie
De onderwerpen en beslispunten in de memo’s die op donderdag 14 december zijn besproken moeten verdere richting geven om de regeling Werken naar Vermogen nader uit te werken. Het zou als input moeten dienen voor de dan geplande startnotitie van januari 2011 en het in maart 2011 voorziene wetsvoorstel.
woensdag 8 december 2010
De opstart van de onderhandelingen
donderdag 2 december 2010
Het rapport van de commissie van drie over het UWV
maandag 22 november 2010
Nieuwe rapporten en cijfers over uitstroom van bijstandsgerechtigden
maandag 15 november 2010
Waarom komen uitkeringsgerechtigden niet in verzet. Deel III
PvdL
zondag 14 november 2010
Waarom komen uitkeringsgerechtigden niet in verzet. Deel II
1. Het moet gaan om grote groepen, die in dezelfde positie zitten en die maar in beperkte mate over verschillende sociaal-juridische posities worden verdeeld, waardoor ze verschillende belangenposities hebben en de groep die langdurig op een uitkering is aangewezen moet groot zijn. Dus niet bv een jaartje in de uitkering, en dan weer werk. Deze laatste groep definieert zich nauwelijks als uitkeringsgerechtigde. Dit systeem van verdeling was nergens zo verfijnd als in Nederland. Dit sluit aan bij de homogeniseringsthese en de fragmentatiethese. Het nieuwe beleid van de regering Rutte kan het ontstaan van meer homogene grote groepen bevorderen.
2. Een sterke vakbond of politieke partij moet zich aansluiten bij de werklozenbeweging of zich daarvoor openstellen. In de zeventiger jaren was dat in Nederland de CPN, met de oprichting van eerst de werklozenkomitees en later de Werklozen Belangen Verenigingen, en in Frankrijk was dat de CGT. Ook in Duitsland leken vakbondsgroepen, met name bouwbonden uit Oost Duitsland, zich bij de werklozen aan te sluiten. Het hoeft overigens niet perse een politieke partij of grote vakbond te zijn, het kunnen ook sociale bewegingen zijn zoals de tweede feministische golf- beweging van bijstandsvrouwen begin tachtiger jaren vorige eeuw of de kraakbeweging – baanlozenbeweging. In de jaren negentig van de vorige eeuw was er een kortstondige vrijage tussen uitkeringsgerechtigdengroepen en de kerken, die tot een opleving van acties en discussies over verarming hebben geleid. Dergelijke coalities kunnen zich weer voordoen.
3. De politieke openheid moet groter worden, zodat de werklozenorganisaties worden erkend en meer gehoor vinden, waarbij de trucs om ze eronder te houden minder worden. Nederland bestond in de zeventiger jaren het kabinet den Uyl en een algemeen opstandig klimaat. Dit zelfde was in de jaren negentig ook in Frankrijk aan de gang. De politieke onwrikbaarheid van rechtse regeringen verlamt de beweging, waardoor ze eerder zal verlopen. “Het helpt toch niet”. Wat dit betreft lijken de ontwikkelingen door de regering Rutte met gedoogsteun van de PVV niet gunstig.
4. Van belang bij de mogelijkheden voor het ontstaan van een sociale beweging is, dat aansluiting wordt gevonden bij (delen van) middengroepen, zodat er -naast politieke openheid en coalities met sterke bondgenoten- een breed gedragen begrip ontstaat voor de positie van de werklozen en hun leefomstandigheden. Daarbij is het gunstig, als de (langdurige) werkloosheid over verschillende sociale lagen van de bevolking is verdeeld, dwz mensen met verschillende sociale netwerken, opleidingsniveaus en leeftijden betreffen. Dit was in de zeventiger jaren het geval met de studentenbeweging en de bouwvakkers, die de eerste werklozenkomitees oprichtten.
Ditzelfde is ook in Frankrijk, waar het gezegde is, dat iedere Fransman wel een werkloze in zijn naaste familie heeft, en dus begrip heeft voor de standpunten van de werklozen. Hoe dit zich momenteel in Nederland ontwikkelt weet ik niet. Aan de ene kant zorgt het overheidsbeleid voor een sterke tweedeling van een soort onderklasse van kanslozen met weinig contacten in andere groepen versus een gegoede middenklasse die neerkijkt op de werklozen. Aan de andere kant zijn de ontwikkelingen naar massa-werkloosheid op de arbeidsmarkt dat ook veel hoger opgeleiden massaal werkloos worden en geen nieuw werk kunnen vinden. Dit is in mijn ogen echter nog een vrij recente ontwikkeling, als gevolg van de economische crisis.
5. Ik ben het niet eens met de stelling van sommigen, dat symbolische acties geen zin hebben. Werklozen bouwen een beweging niet op door te pogen, massale demonstraties te organiseren, maar door ontregelingsakties van relatief kleine groepen, die veel publiciteit halen. Ook dit gebeurde in het begin in Nederland in de zeventiger jaren en halverwege de tachtiger jaren en in Frankrijk. Argentinie is ook een voorbeeld.
vrijdag 5 november 2010
De posities worden ingenomen
De woordvoerder laat verder weten dat de ruim 100.000 mensen met de indicatie 'sociale werkplaats', de dans ontspringen. Zij behouden hun beschutte werkplek.
Cedris, de branchevereniging voor de sociale werkvoorziening (WSW) stelt alvast nuchter vast dat dit weinig ruimte creëert voor de 19.000 mensen op haar wachtlijsten. 'In 1998 zijn de WSW-eisen verscherpt. Er zitten bij ons nog mensen van voor die tijd die naar de huidige maatstaven geen sociale werkplek zouden krijgen', zegt voorzitter Joan Leemhuis-Stout. Lees het volledige bericht op de website van het Financieele Dagblad.
De vraag is, in hoeverre het artikel in het Financieel Dagblad van 8 november 2010 juist is. Uit een toespraak van de staatssecretaris in december 2010 blijkt, dat er pas op 15 november een ambtelijk ‘programmateam’ werken naar vermogen was geformeerd, in eerste instantie onder leiding van de functionaris Petra Lugtenburg. [1] De staatssecretaris deelde mee, dat dit team sinds 15 november hard aan het werk was. Op 15 november verschijnt blijkens de ons toegestuurde stukken ook een geheim gebleven nota. Vanaf 15 november moet de staatssecretaris behoudens enkele afwijkingen iedere donderdag met het programmateam hebben overlegd. Uit verschillende memo’s blijkt dat op die dag overleg met de staatssecretaris plaatsvond. De memo’s en nota’s die ons werden toegestuurd werden meestal enkele dagen voor dat overleg samengesteld. Op 5 november blijkt, dat de onderhandelingen van het Ministerie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en wellicht met andere maatschappelijke organisaties nog niet zijn begonnen. Op die dag wordt het congres van de VNG gehouden. Marco Florijn, toen wethouder in Leeuwarden en voorzitter van de commissie werk en inkomen van de VNG, deelde blijkens een bericht op de website van DIVOSA het volgende mee. Gemeenten kunnen en willen verantwoordelijkheid nemen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ze hebben daarbij ook andere instanties nodig. De VNG wil daarom snel in gesprek met kabinet, sociale partners en onderwijsinstellingen om afspraken te maken. "We moeten geen tijd verspillen aan discussies over wie de baas is, maar stappen maken en over onze eigen schaduw heen springen", aldus Marco Florijn tijdens het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Divosa. Florijn was toen voorzitter van de commissie Werk en Inkomen van de VNG en wethouder in de gemeente Leeuwarden. Hij wil met het kabinet, sociale partners en vertegenwoordigers van het onderwijs afspraken maken over hoe we verder moeten met één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Wat moet er in de regeling en hoe gaan we hem uitvoeren? Florijn gaf aan dat deze afspraken niet gemaakt kunnen worden zonder daarbij de kennis en ervaring van gemeenten te gebruiken. Ook benadrukte hij de noodzaak tot samenwerking tussen gemeenten, UWV, Cedris en het ministerie van SZW.
- investeren in samenwerking met werkgevers en onderwijs: zij hebben de banen en de opleidingen om mensen te plaatsen
- landelijke inzet op samenwerking met belangrijke sectoren: de VNG wil graag met overkoepelende sectoren landelijke afspraken maken die vervolgens in de regio worden opgepakt
- duidelijkheid van het kabinet over budgetten, verantwoordelijkheden, middelen en mogelijkheden
maandag 25 oktober 2010
Een zondagmiddag in Wijk bij Duurstede
.jpg)
Jeugdherinnering
Op mijn tenen kijkend door het raam
een dak, een plompe toren- langzaamaan
zie ik - reikhalzend naar het blauwe zwerk -
met elke halve meter groei meer kerk
zo raak ik met dit zicht op Wijk vertrouwd
ook met De Engel - minstens net zo oud
de plek waar paap, agnost en calvinist
er ouwehoert en eet en drinkt - en pist
André van Zwieten
Vandaag heb ik met familie een uitje gemaakt naar Wijk bij Duurstede. Waarom?. Zomaar. Iets speciaals te doen in Wijk bij Duurstede?. Wij denken bij het vertrek van niet. We willen gewoon eens in Wijk bij Duurstede kijken. We weten wel, dat bij Wijk bij Duurstede de resten liggen van de eerste handelsstad, die er in de Noordelijke Nederlanden toe deed: Dorestad. Zie http://www.dorestadwereldstad.nl/ Maar verder?. Onderweg komen we langs de kant van de weg , nordic walkers tegen, die op zondag een wandeling maken in het bos met in iedere hand een overbodige lange stok die ook gebruikt wordt bij het skiën. Mijn zwager zegt; ' Kijk daar heb je knuppelstappers'. Hij zegt dat hij deze vertaling van nordic walkers zelf bedacht heeft. Wijk bij Duurstede is een mooie stad met een stadswal, een molen, een haven, vele historische gebouwen en een kasteel. Veel te zien dus. We rijden naar een parkeerplaats dichtbij het centrum en zien een groot bord: benieuwd naar wat hier komt? Kijk op www.binnenstadswoningen.nl
Gaan ze de historische binnenstad ook hier met behulp van een grote projectontwikkelaar verpesten?
We lopen wat straten en stegen door en komen op de Markt waar het raadhuis en de kerk staan. Op het raadhuis staat een prachtig gedicht van Gerrit Achterberg. We gaan koffie drinken in café- restaurant de Engel, sinds 1678. http://www.engelrestaurant.nl/
Op het raam van het café staat ook een gedicht en binnen zijn ook allerlei teksten op de muur gezet. Even naar het toilet. Ik kom een gedicht tegen van ene André van Zwieten dat een ode is aan Wijk bij Duurstede. (Zie gedicht bovenaan). Ik heb nog nooit van André van Zwieten gehoord. We zijn op de markt ook nog langs het pand van boekhandel Pettinga gekomen, met op de muur een gedicht van Vestdijk. De poëzieliefhebber komt hier wel aan zijn trekken. Ik vraag de ober in het café of al die teksten op muren buiten en in het restaurant iets met elkaar te maken hebben. Zit er een soort stadsplan achter, liefhebbers van poëzie naar Wijk bij Duurstede halen? Hij zegt van niet. 'Een gedeelte van de teksten is er pas vorige week op gezet. Dat zijn onder elkaar en door elkaar flarden van zinnen die hier worden uitgesproken. ' jemig is het al zo laat', 'Vind maar eens iemand die dat even voor je....'. 'Deze deur, rechts achterin, dat is de dames', 'Wat denk je dat dat kost zo'n tent en dat...', 'Waar is mijn krant?', 'Dat kunststof is makkelijker, dan hoef je....' , 'Het valt soms niet mee', 'Nog bekenden tegengekomen?', ' Kijk, daar heb je Guus en Corry, zwaai effe'.
We lopen de Peperstraat in en zien in een etalage kindertekeningen ter gelegenheid van de Roefeldag. Had ik ook nog nooit van gehoord. Thuisgekomen opgezocht op internet. Roefelen is Vlaams voor snuffelen. Kinderen van 6 t/m 13 jaar krijgen op Roefeldag de kans om de grote mensenwereld te verkennen: een speurtocht door een winkel of eens zitten op de zetel van de burgemeester. Je komt dan op plaatsen waar je normaal niet binnen mag! Kortom, de kinderen gaan roefelen. Groepjes kinderen gaan naar verschillende plaatsen en winkels. In Wijk bij Duurstede was de Roefeldag op dinsdag 19 oktober.
We lopen verder en komen meer gedichten van die André tegen. Op de ruit van een vormalige slagerij en op de ramen van 'Books and Art', www.librabooksandart.com. Op de hoek van de straat met de Oeverstraat komen we een schoenwinkel tegen met gedichten van André. Ook verderop in de Oeverstraat winkels met gedichten van André. Oa op de pui van notariskantoor Sprenkels. En op het kantoor van een bedirjf voor bedrijfstrainingen, www.opb.nl . We slaan linksaf richting de molen Rijn en Lek en komen langs allerlei kunstgaleries.
Bij de molen Rijn en Lek lezen we het informatiebord over de molen. Daar wordt het beroemde schilderij van Jacob van Ruysdael aangehaald die in de zeventiende eeuw de molen zou hebben afgebeeld. ik herinner mij een recent artikel in NRC Handelsblad, waarin deze theorie onderuit wordt gehaald. (Zie NRC Handelsblad pagina 20 -20 oktober 2010). De molen Rijn en Lek bij Wijk bij Duurstede is helemaal niet door Ruysdael geschilderd. Het is een heel andere molen. En het is onbekend welke. Het informatiepaneel op de molen vermeldt echter, dat het bij de molen op het schilderij van Ruysdael om een molen ging die een eindje verderop in Wijk bij Duurstede stond. Hoe zit dat nu? Klopt de zogenaamde ontmaskering van NRC Handelsblad wel helemaal?. We besluiten het later uit te zoeken. Want het begint te stortregenen en we willen naar huis. Dus we hebben het museum Dorestad en andere bezienswaardigheden nog niet bekeken. http://www.museumdorestad.nl/introductie.htm . We komen weer bij de parkeerplaats en zien daar weer ene tekst op de muur staan: 'Roll it, light it, smoke it'. Ondertekend door Chronic Waza Peeps. Een oude traditie in Wijk bij Duurstede. De website van het museum over Dorestad vermeld een tentoonstelling uit 2006 over de roemruchte jaren zestig van de vorige eeuw. De tentoonstelling heette 'breien en blowen'. De toemalige wethouder cultuur bewaart goede herinneringen aan die tijd.
We gaan via de kastelenroute en historische boerderijen achter Langbroek weer op pad. De boerderijen dragen intrigerende namen als de Grote Roekert, en via Leersum en Amerongen, ook een mooie plaats met historische gebouwen, rijden we over de Utrechtse heuvelrug weer naar huis. Wil je meer te weten komen over de vele gedichten in Dorestad en over André van Zwieten surf dan eens naar http://www.fransmensonides.nl/dorestad.htm
zondag 24 oktober 2010
Reactie op artikel in NRC Handelsblad
De Bijstandsbond Amsterdam voerde de afgelopen weken wel enkele kleine acties uit, zoals een fietsprotest naar Brussel en een blokkade van een rotonde. "Maar het is moeilijk een breed maatschappelijk protest van de grond te krijgen" zegt voorzitter Piet van der Lende. Mensen vinden het zinloos te protesteren tegen een politieke meerderheid. En, zegt hij "Er is geen overheersende ideologie meer. Heeft het actiecomite een ander standpunt, dan haken andersdenkenden al gauw af" .
Dit citaat vereist op zijn minst enige toelichting om het maar voorzichtig te zeggen. Ik heb helemaal niet gezegd dat er geen overheersende ideologie meer is. Die woorden heb ik helemaal niet in de mond genomen. Ik heb de journaliste omstandig uitgelegd, dat de VVD dertig jaar vrijwel onafgebroken in de regering heeft gezeten. Ik vind dat er juist wel een alles overheersende ideologie is, nl de liberale van ieder voor zich en God voor ons allen. Ik heb wel het woord individualisering in de mond genomen. Daarmee bedoel ik niet zozeer dat er geen overheersende wereldbeelden meer zouden zijn, maar dat in de overheersende ideologie van het liberalisme wordt gestreefd naar een eindeloze fragmentatie van individuen en vernietiging van bepaalde vormen van solidariteit. De overheersende ideologie zit een beetje in ons allemaal, ook al zijn mensen het soms grotendeels wel eens qua redeneringen met de standpunten en de kritiek die door linkse groepen worden uitgedragen. En daarom heb ik in verband met die fragmentatie in het gesprek het volgende aan de orde gesteld, waarbij ik mij er achteraf van bewust ben, dat ik het misschien duidelijker had moeten formuleren. Een aspect van de fragmentatie is, dat individuen een eindeloze stroom informatie op zich afgevuurd krijgen, niet alleen door de opkomst van internet en de televisie en andere massamedia, maar ook door bijvoorbeeld de reclame. Daarbij worden mensen steeds meer verantwoordelijk gemaakt voor het functioneren van bepaalde diensten in hun richting. 'Gecommuniceerd' worden mededelingen over wijzigingen in het dienstverleningssysteem, wachtwoorden en inloggegevens, allerlei administratieve nummers zonder dewelke een Call Centre van een instantie niets voor je kan doen, etc. Het individu moet al die reclame en informatie voor zich zelf managen en omgaan met pogingen je gedrag te beinvloeden, bijvoorbeeld in supermarkten. Dit heeft een grote invloed op hoe je met informatie omgaat. Ik constateer, dat veel mensen ten aanzien van al die informatie een strategie ontwikkelen, waarbij ze zich proberen af te sluiten voor een deel ervan, en als dat niet mogelijk is, razendsnel te reageren op eerste indrukken, impulsen, waarnemingen en opgeroepen emoties. Dit gebeurt in enkele seconden. De informatie wordt gefilterd om het overzicht te behouden. In enkele seconden of een seconde: Dat wel, dat niet. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop linkse actiecomitees, die ook met de mensen willen communiceren, hun materiaal presenteren en daarbij geldt ook dat als je standpunt of de kop van het pamflet of een bepaalde formulering niet goed valt, de mensen in enkele seconden de beslissing nemen, dit wil ik niet. Terwijl ze het misschien voor 95% of meer met de actie eens zijn of in ieder geval de strekking van de actie ondersteunen. Het betekent ook, dat een deel van de mensen die wel verder kijken toch niet meedoen omdat die eerste impuls, indruk, reactie in enkele seconden waarbij die 5% niet klopt toch zeer belangrijk wordt gevonden.
Ik heb het bovenstaande verhaal korter verteld, en alleen benadrukt dat ik ontdekt heb, dat als een detail in een pamflet veel mensen niet aanspreekt, ze afhaken ook al zijn ze het misschien op zich wel met de actie eens. Dit heeft geleid tot de bovengenoemde formulering in het krantenartikel
Nog iets dat niet klopt
Er staat in het citaat waarin ik wordt aangehaald nl nog iets wat pertinent niet klopt. Ik zou gezegd hebben dat de Bijstandsbond een fietstocht en een blokkade van een rotonde zou hebben georganiseerd. Dat eerste is waar, dat tweede is onwaar. Het misverstand dat hier optreedt komt voort uit het feit, dat de journaliste mij twee vragen stelde, nl ten eerste dat er helemaal niets gebeurt en er geen maatschappelijk verzet is en ten tweede wat de Bijstandsbond doet om de protesten tegen het regeringsbeleid vorm te geven. Ik ben toen begonnen op te sommen welke initiatieven er in den lande wel allemaal waren, ook van anderen. En daarbij wat de rol van de Bijstandsbond in sommige initiatieven was. De journaliste heeft dat opgevat als: dat zijn allemaal initiatieven van de Bijstandsbond. Hoewel ze kon weten dat dat niet zo was, omdat ik bv de actie van Rekening Retour heb genoemd waarvan ze blijkens het artikel de website heeft bezocht. En ik heb haar omstandig uitgelegd, dat de blokkade van een rotonde, waarvan ik de plaats niet meer wist (Het blijkt bij het Haarlememrmeerstation te zijn geweest ) een gevolg was van een min of meer spontane oproep van niet in een bepaalde organisatie deel uitmakende leden van Facebook, een soort vriendengroep, die op de dag van de regeringsverklaring een blokkade van die rotonde hebben georganiseerd na oproepen van diverse personen daartoe op dat Facebook om hun ongenoegen over het regeringsbeleid te laten blijken. We hebben het daar een hele tijd over gehad.
Conclusie
Het is een feit, dat er op dit moment geen breed, massaal verzet tegen het beleid van de nieuwe regering is. Maar dat er wel een reeks van kleine initiatieven is, waarbij men probeert dit verzet op gang te brengen. Het is onzin te zeggen dat er niets gebeurt. Overal in het land zijn groepen en individuen op hun manier bezig te vechten tegen de verarming. Nu kun je daar op twee manieren mee omgaan. Je kunt de zwakheden van de linkse beweging benadrukken, en zeggen dat er niets gebeurt, waarmee je bedoelt dat er geen grote massa of andere -acties zijn die geschikt zijn om in de krant te komen volgens de criteria die journalisten aanleggen (alsof het daarom gaat) zoals in het artikel gebeurt, of je kunt die initiatieven zien als onderdeel van pogingen, nieuwe vormen van protest te zoeken en daarmee experimenteren en kijken wat misschien wel werkt en niet werkt. De journalisten hebben gekozen voor een negatieve insteek, er gebeurt niets en hebben zich niet verdiept in de inhoud en de vorm van de experimenten die momenteel overal plaatsvinden. En dit vanuit het oogpunt of de gekozen verzetsvormen effectief zijn bij pogingen de ontwikkelingen te beinvloeden en niet of het geschikt is voor de media. Er zijn in den lande duizenden clientenraden en andere raden die in overlegstructuren zitten en waar mensen veel energie in steken om invloed uit te oefenen. Dus er gebeurt veel. Maar is dit effectief? Een van de aspecten in de discussies die moeten plaatsvinden is wat mij betreft verder dat zelforganisaties, actiecomitees e.d. zich als een soort pavlov reactie richten op de politieke discussie in parlement of gemeenteraad en dan nog wel op een bepaald moment, nl wanneer de regering maatregelen aankondigt en het erom gaat, of er een parlementaire meerderheid voor te krijgen is. En dan organiseer je protesten, een bijeenkomst, een actie of misschien zelfs wel stakingen om op een eenzijdig gerichte manier duidelijk te maken aan de parlementaire meerderheid dat je het er niet mee eens bent. Om bij van te voren vaststaande meerderheden in veel gevallen een nederlaag tegemoet te gaan. Dit verhaal wordt te lang om het allemaal uit te legen, maar we moeten in mijn ogen bij de opbouw van een beweging ons niet alleen op de overheid richten maar ook op andere groepen die een rol spelen in het besluitvormingsproces, zoals bedrijven, grote lobby organisaties, etc. en misschien op andere momenten protesteren, met andere middelen, zoals de ontwikkeling van collectieve juridische procedures. En daar onze energie in steken. Er zijn vele mogelijkheden en individuele en collectieve strategien om een dam op te werpen tegen de rigoreuze verarming en afbraak van voorzieningen die op ons afkomt . Maar een ding is mij duidelijk: oude modellen - de massactie en de manier waarop acties van de vakbeweging in het overlegmodel worden ingepast- gericht op de beinvloeding van parlementaire meerderheden op een bepaald moment werken op dit moment in Nederland niet meer.
P vd Lende
donderdag 21 oktober 2010
Armoede werkt niet
De petitie is een protest tegen het nieuwe regeringsbeleid, waarbij vooral of eigenlijk alleen de mensen met de smalste beurzen in het kader van de bezuinigingen worden gepakt. Men schept bewust of onbewust een soort onderklasse die het lot treft dat zij tot in lengte van dagen onder een soort bijstandsregiem met vermogens en partnertoets de hele week arbeid moeten verrichten waarbij ze een loon krijgen dat beneden het wettelijk minimum ligt zonder perspectief op beter en zonder dat zij dezelfde vrijheden genieten als bevoorrechte werkenden die wel een volledig salaris hebben. Deze bewust of onbewust geschapen onderklasse wordt vervolgens met strenge controlemaatregelen in toom gehouden en moet als schrikbeeld dienen voor de meer bevoorrechten, die hun onlustgevoelens op deze groep kunnen projecteren, zodat de aandacht wordt afgeleid van het belangrijkste: dat slechts een klein groepje met fabelachtige vermogens beslist over de gang van zaken in onze maatschappij. Jammer is wel dat de SP van te voren geen samenwerking heeft gezocht met anderen, om de petitie gezamenlijk op te zetten. Of is dat wel gebeurd, maar hadden andere grote organisaties die er toe doen (zoals de FNV) er geen trek in? De FNV heeft anders een vrij ferme verklaring uitgegeven. Ach, de organisaties waarin ik werk doen de dingen ook niet altijd samen met anderen. Maar juist nu en zeker op dit punt is het van belang de krachten zoveel mogelijk te bundelen lijkt mij.
PvdL
donderdag 30 september 2010
Over het regeerakkoord van Rutte I en een commissie die de toekomst van het UWV moest onderzoeken
Over Martin van Rijn een van de commissieleden, is het volgende bekend. Martin van Rijn hield op 20 mei 2010 een keynote speech voor aeDex, waarin hij in algemene, nogal vage bewoordingen ingaat op de gewenste, mogelijke en meest waarschijnlijke scenario’s van de combinatie maatschappelijk middenveld (waaronder instellingen in de gezondheidszorg en de woning corporaties) overheid en markt. De toespraak draagt als titel balanceren tussen overheid en markt. Een van de conclusies is dat welke combinatie van die drie ook wordt gekozen, het zal altijd leiden tot meer controle en toezicht van de overheid. Martin van Rijn was bestuursvoorzitter bij pensioenfonds PGGM, en tevens als extern bestuurder aangesteld bij uitkeringsinstantie UWV om er orde op zaken te stellen. Het UWV werd door minister Donner van Sociale Zaken op de vingers getikt vanwege een forse overschrijding van het re-integratiebudget. Van Rijn schreef een advies over een betere aansturing van het uitvoeringsapparaat van het UWV.
Van de heer Kist is het volgende bekend. Hij was van 1 september 2005 tot 7 augustus 2007 lid van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten, waar hij eerder reeds voorzitter was van de raad van toezicht. Hij voelde zich verplicht ontslag te nemen wegens onzorgvuldig beheer van privé-beleggingen. Het in 2007 opgestapte AFM-bestuurslid Anne Willem Kist blijkt in 2007 zijn aandelen Fortis te hebben verkocht, terwijl hij op dat moment in zijn rol als toezichthouder op de hoogte was van alle details van de overnamestrijd die de bank voerde rond ABN AMRO. Tot 1997 werkte hij als advocaat in Amsterdam en Den Haag. Van 1997 tot zijn benoeming in Leiden werkte hij als directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Van 1 januari 2003 was Kist voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden. In 2005 legde hij deze functie weer neer. Kist is tevens raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof te Amsterdam. In 1997 trad hij af als voorzitter van de NMA, de Nederlandse Mededingings autoriteit. Sommigen veronderstellen dat hij als voorzitter van de NMa verantwoordelijk was voor haar falen in de bouwfraude kwestie.
woensdag 9 juni 2010
Invoering van de Tijdelijke Wet Loondispensatie
Dhr. B. Schriever
Mw. C. van Wijngaarden
Mw. C. Urbanus
Mw. A. van der Giezen
Mw. A.C. den Bakker
Dhr. G.B. van Woerdekom
Mw. P.J.E.P. van der Heijden
Mw. E. Hoetering
Dhr. M. van Mierlo
Mw. E.C.M. Smits
Dhr. B.H. van Apeldoorn
Mw. E.E. Vruggink
vrijdag 4 juni 2010
Het pensioenakkoord
En er waren vele voornemens in het pensioenakkoord, waarvan volgens mij niets terecht is gekomen. Tekst uit het pensioenakkoord:
maandag 10 mei 2010
Leidt verlaging van de loonkosten op het minimumniveau voor werkgevers in Nederland tot meer werk en meer kansen voor werklozen?
In Buitenhof van 9 mei 2010 was er een discussie tussen Emile Roemer, lijsttrekker van de SP bij de komende verkiezingen en Barbara Baarsma, directeur SEO Economisch Onderzoek en hoogleraar 'marktwerking'. Het debat ging over het verkiezingsprogramma van de SP. Hierbij had Barbara de volgende kritiek, waarbij zij duidelijk uitging van het in termen van marktwerking modelmatig beschouwen van de werkelijkheid. Er zou een tegenstrijdigheid in het SP programma zitten. Enerzijds is er de doelstelling van de SP de 'sociaal zwakkeren" te willen beschermen en hen nieuwe kansen te bieden. Anderzijds is er de bescherming van de zittende werknemers, de grote groep die werk heeft, en die een vast inkomen en enige bestaanszekerheid wil. Dat is tegenstrijdig. Want als je die sociaal zwakkeren kansen wilt geven, moet je de arbeidsmarkt flexibiliseren, het ontslagrecht versoepelen en de bruto loonkosten van de werkgevers tegelijkertijd verlagen. Mensen op het minimum kunnen dan hun koopkracht behouden door extra belastingvoordelen. En niet het minimumloon verhogen, zoals de SP wil. Die verlaging van loonkosten op het minimumniveau levert nieuw werk op, dus bevordert de werkgelegenheid, en bovendien hebben mensen die nu geen kans hebben dan wel een kans om 'ertussen' te komen, ook een baantje te vinden, want als het ontslagrecht wordt versoepeld en de loonkosten voor de werkgever naar beneden gaan zal hij ook bij mensen met een lagere arbeidsproductiviteit zeggen: nou, met jouw wil ik het ook wel eens proberen. En in de huidige situatie zegt de werkgever dat niet en neemt hij alleen de sterksten met een hoge arbeidsproductiviteit. Dus de SP komt op voor die sterke groep door hun positie te beschermen en niet voor de 'sociaal zwakkeren' zoals ze in het TV programma werden genoemd. Op twitter ontwikkelde zich een felle discussie tussen voor en tegenstanders van deze redenering, waarbij in mijn ogen voorstanders er weinig van begrepen hebben. Dat zal ik in dit artikel uitleggen.