Vrijdag
9 januari 2004. 20.00 uur. Presentatie van twee boeken
en lezing van Abram de Swaan met debat na afloop tussen Minister van Sociale
Zaken Aart Jan de Geus, Abram de Swaan en Han Entzinger, hoogleraar. Natasja
Kuit heeft de leiding van de discussie.
Jelle van der Meer, een van de auteurs van de
boeken en hoofdredacteur van het Groen Links Magazine, opent de avond met een
korte inleiding waarin hij de probleemstelling neerzet. De verzorgingsstaat
komt steeds meer onder druk te staan omdat er een steeds toenemende migratie
is, of constante migratiestromen, waarbij een deel van die mensen een beroep
doet op de voorzieningen die niet meer te bekostigen is. Hij constateert dat
solidariteit altijd aan grenzen is gebonden. Zij voltrekt zich in de vorm van steeds
wijder wordende kringen. Eerst de eigen omgeving, familie of buren en
geliefden, dan een wat groter verband, en uiteindelijk de nationale staat. We
zullen op zoek moeten gaan naar nieuwe grenzen, zoals privatisering of
charitas. Dit om te voorkomen dat bij doorgaande migratie de grenzen worden
getrokken waar we ze niet willen, waarbij hij als voorbeeld de Rotterdamse
plannen noemt.
Dan volgt de inleiding van De Swaan. Hij
begint met een vergelijking van Europa en Amerika en zegt dat Amerika misschien
wel een sociaal land is omdat ze daar geen verzorgingsstaat hebben. Er is dus
ook geen druk op met de migratie en dus kan Bush zeggen dat hij 8 miljoen
illegalen tijdelijk wil legaliseren.
De migranten hebben volgens hem een Januskop,
zoals ook uit de twee boeken blijkt. In het ene boek zijn ze
uitkeringstrekkers, in het andere boek zijn ze de gevers. Ook zegt hij dat de
toenemende migratie het zichtbare externe effect is van de armoede in de Derde
wereld.
Vervolgens gaat hij eerst in op de oorzaken
voor het ontstaan van de verzorgingsstaat. Dit heeft hij in zijn boek ‘de staat
van Nederland’ geanalyseerd. De verzorgingsstaat is niet ontstaan door de
acties en emancipatiebewegingen van de armen, maar de rijken hadden last van
die armen. Je ziet in de geschiedenis een steeds verdere uitbreiding van de
verzorgingsstaat om dit tegen te gaan. De rijken waren ook min of meer
gedwongen om zich te organiseren, een staat in stand te houden, etc, om ervoor
te zorgen dat de onderlinge solidariteit van de rijken zou voorkomen dat rijken
zich zouden onttrekken aan de financiële lasten die het optuigen van de
verzorgingsstaat met zich mee zou brengen. Welke last hadden de rijken nu van
de armen? Er zijn vier soorten.
- Ze stelen, roven en zijn crimineel
- Ze komen collectief in opstand in hongeroproeren, etc.
- Ze zwerven rond en verzorgen zo overlast. Je zou kunnen zeggen dat
de migratie de moderne vorm is van dat rondzwerven
- Ze worden ziek door de slechte leefomstandigheden en besmetten de
rijken.
De cholera heeft de aanzet gegeven tot de
stedelijke vernieuwing. Men geloofde, dat de cholera veroorzaakt werd door een klein beestje dat je kon inademen, en dat in modder leefde. En dat als men door
woningbouw etc de leefomstandigheden van de armen verbeterde dit zou verdwijnen.
Zo zijn de voorzieningen steeds verder uitgebreid.
De grote vraag is nu: zou die schaalvergroting
in de geschiedenis van de verzorgingsstaat, die de rijken hebben nagestreefd,
zich nu op boven- nationaal niveau gaan voortzetten?
Na het boek dat hierboven werd genoemd heeft
De Swaan zich bezig gehouden met de Den Uyl lezing uit 1986 waar die vraag, die
aan het eind van het boek wordt gesteld, verder wordt uitgewerkt. Zal er een
collectieve actie komen van de rijke landen in dat opzicht? Is dat voor hen noodzakelijk?
Of zullen de milieuproblemen er misschien als externe factor toe leiden?
De Swaan zou bijna zeggen als het gaat om de
externe factoren die de rijken triggeren iets te doen misschien is een
zegenrijke cholera epidemie wel noodzakelijk. Artsen/medici kunnen dan
verklaren, het komt van de armoede.
Laten we de verschillende factoren van de
armen waar de rijken last van hebben eens langs lopen.
Misdaad en rebellie zijn tot nu toe regionaal
beperkt, dus daar hebben de rijken geen last van. De enig merkbare overlast is
de migratie. Zal dit leiden tot veranderingen? En inderdaad hebben de rijke
landen vormen van inkomensoverdracht, ontwikkelingshulp en opzet van
ontwikkelingsprojecten in de herkomst landen cq de derde wereld opgezet om de
immigratie in het westen te verminderen. Maar de huidige discussie is, dat
ontwikkelingshulp niet helpt. De Swaan was enige jaren geleden in gesprek met
zijn tandarts en die zei: ja ik zeker betalen voor ontwikkelingshulp, dat
betekent betalen voor het gouden bed van een minister in Ghana. Toen dat
gesprek plaatsvond kreeg De Swaan het schaamrood op de kaken en verdedigde hij
de ontwikkelingshulp. Nu denkt hij er bijna net zo over als die tandarts.
Ontwikkelingshulp, hebben we ervaren, werkt niet.
Daarentegen de inkomensoverdracht
die plaats vindt omdat migranten geld naar het land van herkomst sturen en hun
familie en dorpsgenoten steunen is veel effectiever en ook uitgebreider. In die
zin is migratie positief voor de ontwikkelingslanden en ook nog beter dan
ontwikkelingshulp. In het ene boek wordt dit moreel entrepreneurschap verder
uitgewerkt. (Zie ook Marja Vuijsje). De Swaan legt uit hoe dit werkt. Het is in
de sociale relaties een voortdurend duwen en trekken op een subtiele manier om
geld los te krijgen cq geen geld te hoeven geven. Hij noemt het Nederlandse
voorbeeld van een vader die met zijn studerende zoon in gesprek is en waaruit
de kracht van het zwijgen bij de potentiële ontvanger blijkt. Hoe gaat het
jongen. Nou, eh, eh och het gaat wel. Je eet toch wel goed, jongen? Nou, eh
och…En uiteindelijk geeft de vader geld. Dit zwijgen van de persoon die geld
nodig heeft zie je ook bij de in stille armoede levende mensen in het land van
herkomst tegenover de migranten. En er zijn nog meer van dit soort sociale
processen. We zouden een onderzoeksproject moeten opzetten over hoe deze
processen van sociale overdracht plaatsvinden. De effecten van deze
overdrachten zouden beter moeten worden onderzocht als alternatief voor de
huidige ontwikkelingshulp dus dergelijke vormen vanuit een zeker bevorderen van
migratie.
Dan gaat de Swaan in op de andere kant van de
Januskop, de migrant niet als gever maar als uitkeringstrekker en ontvanger.
Immigratiestroom, ½-1/2 vs ½ -1/2 dus argument sans papiers uit Frankrijk.
Bij het reguleren van de migratiestroom worden
we geconfronteerd met morele dilemma’s. Er zijn morele grenzen aan het
indammen. We kunnen theoretisch een politiestaat vestigen, waarbij we
voortdurend op willekeurige plaatsen binnenvallen en in huizen controleren op
illegalen en hen uitzetten. Ook kunnen we aan de grenzen met scherp schieten op
illegalen. We kunnen ze ook hier op straat laten sterven. Maar dat willen we
niet, dat gaat te ver, dus er zijn voor een politiestaat waarmee je theoretisch
de toestroom zou kunnen stoppen morele grenzen waar we niet overheen willen.
Hij benadrukt nogmaals dat Amerika wel sociaal is. Er worden allerlei
regelingen in stilte toegepast waar men niet teveel over praat. Ook heeft men
daar een combinatie van migranten tegenhouden en toelaten. Dus Amerika is wel
een moreel land.
Dan volgt de discussie tussen de Geus,
Entzinger en De Swaan. De Geus wil nog wel eens ingaan op de theorie van De
Swaan. Gaat het om het eigenbelang van de rijken, zullen SARS en Aids de
ontwikkeling op gang brengen van schaalvergroting van de verzorgingsstaat. Hij
denkt van niet. Ze zijn daarvoor niet bedreigend genoeg. Iemand noemt het
terrorisme.
![]() |
Minister A.J. de Geus |
De Geus denkt ook, dat het huidige stelsel
niet houdbaar is op den duur. Hij denkt echter net andersom als Jelle van der Meer
wat de solidariteitskringen betreft. De solidariteit is juist georganiseerd op
nationaal niveau, vanuit een nationaal besef van normen en waarden en het gevoel
zoals dat na de Tweede Wereldoorlog in Nederland bestond, nl om het land op te
bouwen en samen de economische ontwikkeling te bevorderen. De solidariteit is
in dat proces juist weggehaald uit de kleinere kringen dus de bedrijven en op
lokaal niveau. De discussie over solidariteit en sociale zekerheid zal meer op Amsterdams niveau gevoerd moeten worden, je zou kunnen zeggen dat deze
discussie op landelijk niveau failliet is. De ontwikkelingen in de vijftiger
jaren en daarna waren alleen maar een klein toevallig bergje in de ontwikkeling
van solidariteit. We moeten het weer in kleine kring organiseren, dus wijzen
op de eigen verantwoordelijkheid van de burgers hetgeen betekent kringen van
solidariteit opbouwen op lokaal niveau en vanuit die kringen moet een
verdergaande solidariteit ontstaan.
Er wordt een vraag gesteld over de missers
van De Geus bij het Robin Hood fonds, zoals dat was voorgesteld door Groen
Links. De Geus: ik heb me daar inderdaad vergist. Ik dacht eerst het is een
particulier initiatief van mensen die geld over hebben en die daar iets mee
willen doen, als de overheid daarmee gaat samenwerken is niks mis mee. Maar de
solidariteit is ook een eigen verantwoordlijkheid van de overheid, dat moet je
niet vermengen met het particulier initiatief. Dat model van mij van lokale
solidariteit en in bedrijven geldt voor het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid,
maar ook voor de migratie.
De Geus: de houdbaarheid staat of valt niet met
de druk van de migratie er is geen rechtstreeks verband. De onhoudbaarheid
ontstaat door de erosie van de stelsels. We hebben de solidariteit te ver van
de mensen af georganiseerd, iemand betaalt anoniem belasting, zonder concreet
iemand op het oog te hebben die ervan profiteert, en aan de andere kant is het
aanspraak maken op voorzieningen, op een bijstandsuitkering ook een anonieme
zaak geworden als een abstract recht, waar je aanspraak op maakt los van dat
het moet worden opgebracht. In tegenstelling tot wat zou moeten wordt belasting
betalen of het feit dat je leeft in een verzorgingsstaat als onplezierig
ervaren. De erosie komt van binnenuit, niet van buitenaf. Er zullen ook geen grote stromen migranten naar Nederland komen die de financierbaarheid in gevaar
brengen. We moeten mensen meer aanspreken op hun verantwoordelijkheden en het
model kantelen.
Het gaat altijd zo, eerst ontwikkelt zich een bepaald bewustzijn,
dan komt er een politiek besluit en daarna wordt het in de praktijk gebracht,
dat gaat langzaam, het is moeilijk op dat niveau dingen te veranderen. Dit blijkt
wel, als we het hebben over: we gaan in het vervolg eerst kijken wat voor banen
er zijn en die moeten de mensen dan
nemen, als uitwerking van de verantwoordelijkheid, en je hebt dan dat
het bewustzijn er is, dat het politiek besluit genomen is maar dat het nog niet
algemeen ook wordt uitgevoerd. Wat betreft de uitbreiding van de Europese
gemeenschap, als de Polen komen, de Geus is voorstander van een open markt, ook
op de arbeidsmarkt, dus ook een vrij verkeer van werknemers, dat kan binnen
het huidige stelsel. Maar hoewel hij er geen voorstander van is proberen landen
als Duitsland toch al is het tijdelijk beperkende maatregelen te nemen. Dat kan
betekenen dat Nederland dat ook tijdelijk moet doen al is hij er geen
voorstander van.
Naar aanleiding van een vraag merkt hij op
dat hij er geen voorstander van zou zijn om althans wat de arbeidsvoorwaarden
betreft een differentiatie aan te brengen voor verschillende groepen werknemers.
Dus niet: als Nederlandse bouwvakker moet je –worden er voor je premies door de
werkgever betaald en bij de Polen niet, en dan is de Pool goedkoper. Daar zou
hij geen voorstander van zijn. Als de Polen voor de halve prijs gaan werken dat
is slecht voor de verhoudingen. De Cao’ s moeten gelden voor alle bouwvakkers.
En de Nederlandse bouwvakkers moeten dan wel concurreren met de Polen, dat wel.
Ze zijn even duur, maar de reden dat de Polen in de land en tuinbouw werken is
oa dat ze wel zeer gemotiveerd zijn en hard werken. Dat zullen die Nederlanders
dan ook moeten.
Maar nogmaals een duurzame arbeidsmarkt politiek gaat uit van
een vrij verkeer van werknemers.
Professor Entzinger neemt en ander standpunt
in. Hij wil wel een onderscheid maken tussen twee soorten burgers en niet de
Polen behandelen zoals de Nederlanders. Het is de reflex van het
gelijkheidsbeginsel. In het boek worden verschillende manieren van
gedifferentieerde behandeling naar voren gebracht. Dat zijn allemaal opties.
In de Verenigde Staten is een constante migratiestroom en het is geen bedreiging
en dat kan, omdat men daar andere opvattingen over risico-beleving en
individuele verantwoordelijkheid heeft. En bovendien is het nu ook al zo, dat
veel mensen niet gelijk behandeld worden, hier. De buitenlanders met AOW hebben
onvolledige rechten opgebouwd, we hebben de koppelingswet en er zijn illegalen.
Dus er is nu ook ongelijkheid. Waarom zou je niet een vorm van ongelijkheid
regulerend invoeren als die er toch is, om er invloed op te houden.
Uit het boek blijkt, dat als je naar de op
basis van premies gefinancierde sociale zekerheid kijkt, dus de
arbeidsgerelateerde uitkeringen, dan is er niets aan de hand, dus de WW en de
WAO. Daar zijn de percentages van alochtonen en autochtonen in relatie tot hun
aantal ongeveer gelijk. Zowel de Nederlanders als bij de allochtonen is het
10%. Maar als je naar de bijstand kijkt, daar bestaat 40% van de ontvangers uit
de allochtonengroep. Kan dit doorgaan? Moet dat zo? Dus dat zijn de uitkeringen
niet op basis van wederkerige solidariteit zoals bij de werknemersverzekeringen
maar de sociale voorzieningen op basis van de belasting die rijken betalen wat
hetzelfde is als eenzijdige solidariteit.
De Geus vraagt zich af deze cijfers
een probleem van migratie weerspiegelen of dat het een probleem van integratie
is. Professor Entzinger gaat door met zijn betoog. Nu als is het zo, dat de AOW
gekoppeld is aan het aantal jaren dat je in Nederland woont. En bijstand heb je
pas recht op als je minimaal 5 jaar in Nederland verblijft. Maar er zijn veel
nieuwkomers, vluchtelingen, die veel eerder een beroep doen op die regelingen
omdat ze in echtscheiding liggen. Dat zijn de achterdeurtjes. Als dit proces
doorgaat, zal het sociale stelsel steeds verder onder druk komen te staan. Hij
gaat nog eens in op de gelijkheidsreflex. Illegalen hebben nu ook al veel
minder rechten. Dus men heeft als reflex probeer alle mensen zoveel mogelijk
gelijk te behandelen, schermt het gebied vervolgens af en handhaaf zodoende
tegelijkertijd langdurige verschillen tussen autochtonen en nieuwkomers, juist
omdat men uitgaat van het gelijkheidsbeginsel. Een sociale optie zou ook kunnen
zijn: versober het huidige stelsel sterk en kijk naar Amerika. Dan is het wel
mogelijk een ruimer migratiebeleid te voeren want collectieve voorzieningen
zijn er maar in beperkte mate dus daar kunnen de mensen ook geen beroep op doen,
maar de migranten in Amerika hebben vaak werk en sturen grote sommen naar het
land van herkomst. Is dat geen goede zaak voor die landen en het is ook veel
socialer.
De Swaan merkt op dat Amerika wel degelijk ook goede sociale
arrangementen kent, maar dat men er niet te veel over praat, het probleem in
Amerika is dat er een grote barst doorheen loopt, en dat is het onderscheid
zwart vs blank. Het is een land met een slavernij verleden.
Het merkwaardige is ook dat ondernemend rechts in Amerika voorstander is van vrije migratiestromen omdat deze vrijheid als
onderdeel van de totale economische vrijheid een loondrukkend effect heeft.
Daarbij wordt een soort monsterverbond gesloten met allerlei vertegenwoordigers
van migrantengroepen. (Er wordt de naam van een zwarte socioloog genoemd).
De Geus zegt dat hij het er niet mee eens is.
In Amerika is een ander basic instinct, hier willen wij een verzorgingsstaat op
basis van solidariteit, in Amerika is dat niet, daar moet je jezelf maar zien
te redden. Er is in het groot geen solidariteit om de kleinere solidariteit te handhaven.
Maar als je het mondiaal bekijkt is dat bij ons ook niet. Buiten de EG grenzen
houdt het voor ons ook op. De andere kant van de medaille, dat van de stille
gevers, waarvan uit veel gebeurt in Amerika naar de landen van herkomst toe, dat
is het vrije spel van maatschappelijke krachten. Mensen die zich niet op eigen
kracht redden zijn ten dode opgeschreven. Dat voelt niet goed. Professor
Entzinger vraagt zich af wat eigenlijk het verschil is tussen Amerika en het
beleid dat De Geus voert cq wat hij doet. De Geus antwoordt, dat bij ons de
eigen verantwoordelijkheid verbonden moet zijn met collectieve arrangementen.
We moeten wel solidair blijven met mensen die geen werk kunnen vinden of die
niet kunnen werken en hen niet aan hun lot overlaten.
Wat betreft de mensen die geen werk kunnen
vinden komt vervolgens het bekende verhaal van de loonkosten om de hoek kijken.
De Swaan wijst erop dat de lonen met alles eromheen veel te hoog zijn. Haal die
arbeidsmarkt beschermende maatregelen weg en de mensen kunnen aan het werk. De
Geus is het hiermee eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten