Verslag internationale coördinatie Euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting in het gebouw van het Comité Marokkaanse Arbeiders in
Nederland-KMAN, Ferdinand Bolstraat 39 in Amsterdam d.d. 10-05-1997.
Aanwezig:
Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje, België, Italië.
Christophe Aquiton opent de vergadering. De
Engelsen kunnen vandaag niet aanwezig zijn omdat vandaag de grote meeting is
voor de start van de Euromarsen in dat land.
Agenda:
1. De stand van zaken in de diverse landen
2. Discussie over de 14e juni en alles wat
daarmee samenhangt.
3. Wat gaan we na de demonstratie doen, welke
plannen hebben we voor de toekomst.
Ad 1.
Spanje. Gisteren is in Spanje een bijeenkomst
geweest van het ondersteuningskomitee. Dit bestaat uit een betrekkelijk kleine
groep, maar er zijn duizenden mensen die op een of andere wijze deelnemen in
het geheel. Vele steden in Spanje zijn bij de Euromarsen betrokken. Er zijn
betrekkelijk weinig berichten in de nationale pers verschenen, maar wel in de
regionale pers. Er is veel propaganda gemaakt, zo zijn er 5000 affiches
gedrukt.
De Spanjaarden hebben geageerd tegen het verdrag
van Maastricht en tegen het neo-liberalisme. Ook zijn er discussies geweest
over de verhouding tussen het zuiden en het noorden van Europa. Daarnaast zijn
er acties geweest voor migranten en is geprotesteerd tegen het fort Europa. De
flexibele arbeid, die steeds meer om zich heen grijpt, was ook een belangrijk
discussiepunt. Er zijn in dit verband vele protesten bij bedrijven geweest, die
discrimineren in hun personeelsbeleid en groepen mensen uitsluiten. Verder
heeft men meegedaan aan milieuakties en zijn er huizen gekraakt. Ten slotte
zijn er manifestaties op universiteiten geweest samen met studenten.
In de bijeenkomsten werd de internationale
betekenis van de Euromarsen benadrukt. Op deze wijze worden contacten opgebouwd
met vele organisaties in andere landen waarbij men gezamenlijk actie voert. De
internationale solidariteit op basis van een brede coalitie is erg belangrijk.
Er is in de actie een verandering opgetreden in de houding van de armen. Wij
hebben gevochten voor onze waardigheid als mensen temidden van steeds grotere
problemen. Wij maken geen deel uit van politieke partijen en zijn geen
onderdeel van allerlei instituties. Dat is goed.
In Spanje zijn de Euromarsen de grootste
mobilisatie tegen het kapitalisme geweest sinds de marsen tegen de NATO in
1980.
We hebben wel grote financiële problemen. Maar de
deelnemers aan de marsen en de mensen eromheen zijn zeer enthousiast, ze willen
afmaken waar ze aan zijn begonnen. Ondanks de financiële problemen willen we
een week eerder komen om deel te nemen aan de marsen in de laatste week. Wij
zijn er erg op gespitst om hier enige tijd door te brengen. Maar we hebben geen
idee hoeveel mensen dat willen. De afstand Spanje -Nederland is wel een
probleem.
Er zijn video-opnamen gemaakt van de diverse
acties en wandeltochten. Er lopen nu 11 spanjaarden in een van de marsen en 6
of 7 in een andere. Zij lopen nu in Frankrijk. En het is niet zeker, of ze
helemaal door zullen gaan naar Amsterdam. Er is een verslag gemaakt van de
activiteiten per stad in Spanje en van de wandeltochten.
Italië. In Italië doe men nu voor het eerst
ervaringen op in het deelnemen aan een internationaal initiatief. Men is in
februari begonnen, dat is eigenlijk te laat. Ook al daarom zijn er in Italië
niet echt wandeltochten van stad naar stad. We hebben een flexibel nationaal
comité met grote politieke verschillen. We nemen deel aan de marsen op basis
van de verklaring van Florence, dit is een soort compromis, want bij ons zeggen
sommigen dat de verklaring niet radicaal genoeg is en anderen zeggen dat de
verklaring te ver gaat. We hebben dus besloten, geen marsen te organiseren maar
wel manifestaties met korte wandeltochten in veel steden. Vanaf 14 april zijn
er veel initiatieven in het noorden geweest. In mei gaan we lokale marsen
organiseren; eerst in het zuiden en dan in het noorden. Er zijn nu 40
initiatieven en eind mei zullen dat er 80 zijn in 60 steden en dorpen. Het is
moeilijk in te schatten hoe groot de mobilisatiekracht en de kracht van de
coalitie is. In sommige plaatsen is men niet zo sterk, in andere weer meer.
Soms zijn er enkele honderden wandelaars. Gisteren waren er in Torino 600. Maar
in totaal zijn er vele duizenden deelnemers. In het Zuiden hebben vooral
werklozen deelgenomen; in het noorden was het meer internationaal. Door de
initiatieven praten en discussiëren de werklozen met de werkenden en proberen
ze samen een soort van organisatie van de grond te tillen. We vinden het
belangrijk, dat er een goed nationaal comité komt in het kader van een
internationale beweging. We focussen nu op de demonstratie in Amsterdam, vanuit
het nationale comité. Daarnaast is het zo, dat er ook politieke groeperingen
en vakbondsgroepen zijn die bijeenkomsten houden om te mobiliseren voor
Amsterdam.
Wij hebben geconcludeerd, dat er een grote
verdeeldheid is in Italië, maar dat dit vooral ook een kwestie was van het probleem
van de communicatie tussen de verschillende groepen..De marsen leiden tot een
gezamenlijke discussie. In Milaan en Turijn praten verschillende groepen met
elkaar, terwijl ze tot nu toe gescheiden optrokken. In sommige steden hebben de
groepen gezamenlijke comités, elders heeft iedere groep een apart comité. (Zie
de cijfers 80 comités in 60 steden).
Bij ons is evenals in Spanje het grote probleem:
de afstand tot Amsterdam en het geld. Maar de komst van 1500 tot 2000 Italianen
is niet onmogelijk. We hebben nog niet beslist hoe we gaan, maar we zullen ons
inspannen om gezamenlijk te komen.
Verder hebben er Italianen deelgenomen in de
marsen vanuit Grenoble. Er hebben ook Italianen meegelopen in Genève. In Basel
waren 15 Italianen. Maar we hebben geen permanente deelnemers aan de routes.
Waarschijnlijk willen 5 tot 10 mensen deelnemen
in de laatste week van de marsen.
Nu ontstaat er een discussie over hoeveel
marcheerders er in de laatste week bij zullen komen. Hoeveel mensen komen de
week van te voren, wel of niet als deelnemer, en hoeveel komen alleen naar de
manifestatie? En vervolgens: hoeveel mensen blijven er na de demonstratie?.
Deze hamvraag zal nog diverse malen terug komen.
Frankrijk- Enkele jaren gelden is er een
werklozenbeweging opgericht die nu vrij sterk is. Je kunt het echter nog geen
echte massabeweging noemen. Het houdt ergens het midden tussen een
massabeweging en kleine groepen. Omdat de werklozenorganisaties in frankrijk
steeds gestruktureerder gingen werken was het mogelijk, het initiatief te nemen
voor de organisatie van euromarsen, dus ook naar andere landen. De acties zijn
verbonden met de 'Eurostaking bij Renault, we maken deel uit van dezelfde
beweging. In verband met de verkiezingen in frankrijk hadden we de hoop dat het
onderwerp Europa veel ter sprake zou komen, maar dat gebeurt niet. Het
onderwerp ligt zowel voor rechts als voor links moeilijk. Tot nu toe was er een
breuk tussen de politieke macht/partijen en de sociale bewegingen. Er is geen
verband.
Op dit moment zijn de marsen in frankrijk aan de
gang. De resultaten zijn als in Spanje; zeer wisselend. Er zijn bijeenkomsten
van 1000 tot 2000 mensen en er lopen nu 50 wandelaars in Frankrijk. Er komt ook
steeds meer politieke steun bv vanuit de Parti Socialiste; De verhouding met de
vakbonden is zeer complex, zoals met de CGT. Ze nemen deel, maar keuren het
officieel af. Er is ook een coalitie tot stand gekomen met milieugroepen en de
positie van de intellectuelen in frankrijk begint te veranderen. Velen
verbinden zich weer met de sociale bewegingen en maken daar deel van uit. Al
die sociale bewegingen steunen de marsen. Deze morele steun is erg belangrijk.
Wat de propaganda betreft: er zijn 30.000 kranten verspreid. Daarnaast zijn er
video's en affiches, buttons en T-shirts. Volgende week komen de marsen in
parijs. Ook hier is er een groot geldprobleem.
We verwachten voor de slotdemonstratie op zijn
minst 5000 Fransen.
Hoe is nu de situatie van de wandelaars in
frankrijk?
De marcheerders van de Rijn-route 30 wandelaars.
De route Bordeaux - Vanuit Tanger 20 wandelaars
waaronder 11 Spanjaarden en 1 duitser.
De route Lyon zijn 30 wandelaars waarvan 7
spaans.
In Engeland zijn er 20 wandelaars.
Op dit moment wandelen in totaal 100 mensen
waarvan 20 spaans. Maar als de mars in parijs aankomt zullen meer mensen gaan
deelnemen. Uit Frankrijk zullen uiteindelijk in totaal 150 wandelaars komen.
Daarbij komen dan nog de Duitsers en de Engelsen.
In sommige groepen zijn grote problemen; men kan
moeilijk met elkaar samenleven. Het zijn groepen met vakbondsleden en anderen.
We zullen de groepen zoveel mogelijk gemengd laten zijn, om het gemakkelijker
te maken voor de nederlanders. Je hebt nu eenmaal altijd moeilijkheden tussen
mensen, dat nog wordt versterkt door de communicatieproblemen vanwege de
verschillende talen. Je loopt daar, en je wilt met de mensen praten en als dat
dan niet kan ontstaan er moeilijkheden.
Duitsland- Hier heeft men een decentrale
organisatie, dus voornamelijk op lokaal niveau. Wij worden met een dilemma
geconfronteerd: enerzijds zijn we hevig bezig met het organiseren van de
marsen, en alle praktische zaken eromheen. Anderzijds willen we onze energie
besteden om een sociale beweging op te bouwen. In Berlijn waren er 10
wandelaars, en is een manifestatie gehouden waar 100 mensen aanwezig waren.
Dit is klein, maar een goed begin. Er zijn nu ook in Duitsland lokale
structuren die met elkaar praten. De eerste afspraken zijn al gemaakt om na de
marsen met elkaar samen te werken. De pers en de vakbonden stellen zich zeer
vijandig op. Er is zelfs een geruchtenmachine op gang gekomen, waarin wordt
beweerd, dat de campagnes van le Pen onderdeel uitmaken van de marsen. Hieruit
trekken we de conclusie, dat we op de goede weg zijn en dat we belangrijker
zijn dan we dachten. Ze zijn bang voor ons. Wij vinden het ook niet erg, dat we
onze eigen kracht moeten zoeken naast de vakbonden, want als ze volop mee
hadden gedaan hadden ze alles overspoelt en zouden ze alles overgenomen hebben
van bovenaf.
Er zijn in Duitsland vele lokale groepen die
meedoen en die bussen naar Amsterdam willen organiseren. Maar het is onbekend
hoeveel. Veel mensen willen via Nijmegen naar Amsterdam. Er komen 100 mensen
per boot vanuit Duitsland naar Nijmegen. Hoeveel er verder deelnemen aan de
mars weten we niet. De mensen die vanuit Nijmegen verder gaan nemen tenten mee.
De mars route frankfurt a/d Oder is nu aan de gang. Er nemen drie Fransen aan
deel. De andere routes lopen nog niet. In de laatste dagen zal er een fietstocht
zijn. Er is een verslag van de mars frankfurt van 4 bladzijden. Er heerst een
goede atmosfeer. Tot Berlijn waren er 6, in Berlijn werden het 10 en er zijn nu
15 deelnemers. De vakbonden ondersteunen het initiatief wel lokaal, maar
alleen financieel, ze doen verder niets. Alleen de DGB Hannover maakt deel uit
van het lokale comité.
Uit Finland, Portugal, Ierland en Engeland zijn
verder geen berichten. Griekenland organiseert geen marsen. Maar er is wel een
kleine organisatie, die activiteiten aan het organiseren is. De grote vakbond
ondersteund de wandelaars.
En zelfs de PASOC steunt het. Christophe is op
een meeting van vakbonden geweest, waar duidelijk werd, dat de enige die niet
mee wil doen de communistische partij van griekenland is. Ze vinden het
initiatief te sociaal-democratisch. Er zal een bus vanuit Griekenland naar
Amsterdam vertrekken. Deze bus gaat via Italië. Ook de grieken willen met deze
bus een hele week komen. Daarnaast hebben ze een vliegtuig gecharterd voor 1
dag. Zodat er 300 a 400 grieken naar de demonstratie komen. De bus zal 5 juni
in Italië zijn.
Er wordt nog gepraat over Engeland.
De Engelsen starten de 17e en de 18e onder andere
in preston. Er is een grote maatschappelijke ondersteuning, maar we weten niet,
hoeveel er gaan deelnemen. Christophe sprak op 1 mei op een grote meeting waar
40.000 mensen aanwezig waren. De meesten kwamen voor de muziek, maar er waren
toch ook 2000 tot 3000 'millitanten' aanwezig.
Suzanne heeft met Philippe in Zweden gepraat.
Daar gebeurt niets. Misschien gaan enkelen op individuele basis aan de
fietstocht deelnemen en misschien komen er enkelen naar Amsterdam. In Oslo
Noorwegen is nu een meeting aan de gang waar een fransman aanwezig is. Ook
vandaar willen enkelen naar Amsterdam komen.
In Denemarken willen 200 mensen enkele dagen
komen en 500 mensen alleen voor de demonstratie. In Denemarken nemen enkele
vakbonden deel, oa de Bouw en Houtbonden. Uit Noorwegen komen 100 tot 200
mensen.
België. Er gaan drie routes door belgië en er
worden vier grote steden aangedaan. Dus voor ieder van de 4 grote marsen vanuit
Frankrijk is er een afzonderlijke mars in België. (Zie kaart).
In Charleroi is er een groot werklozenkomitee dat
veel organiseert. Verder zijn er in België geen werklozenkomitees. Er wordt
uitgelegd wat de relatie met de vakbonden is. Onduidelijk vertaald. De
vakbonden betalen in feite de uitkeringen. Wat dit voor gevolgen heeft voor de
organisatie van de werklozen heb ik niet begrepen. In iedere stad in België
die wordt aangedaan is een 'pluralistisch' comité die voor de logistiek kan
zorgen en voor meetings met politieke partijen en vakbonden. Ze kunnen in
totaal in België meer dan 150 mensen aan. In de meeste steden worden de mensen
ondergebracht bij particulieren. Het gaat om lokale organisaties maar het
werkt. Op nationaal niveau wordt niet veel gedaan. Alleen pamfletten
verspreiden die worden vermenigvuldigd door de vakbondsafdelingen op lokaal
niveau.
Op 30 mei hebben de wandelaars samen met de
vakbonden in Brussel een meeting. Dit is opmerkelijk, gezien het gebrek aan
steun van de vakbonden in andere landen en de gebeurtenissen bij renault of de
opstelling van de EVV.
In de lokale structuren doet de groene partij ook
mee en er is zelfs een samenwerking met arbeidsbureaus e.d. dus de instanties
die zich met arbeidsbemiddeling bezig houden. De situatie is nu zo, dat
politieke figuren vechten om gezien te worden met de wandelaars. Tot nu toe
heeft het Europa debat in België nauwelijks gespeeld. de marsen zijn een goede
gelegenheid om dit debat nieuw leven in te blazen. In België is er vooral ind e
regionale pers veel aandacht voor de marsen. Iedereen weet, dat er in belgië
25% werkloosheid is; de helft krijgt een ww uitkering, de rest leeft maar
ergens van. Iedereen ziet dit probleem. Toch zit men in België met enkele
vragen. We willen dit Europa niet, maar ook niet de voortzetting van het nationalisme.
Men is in België bang voor het nederlandse model. Iedereen voelt, dat er op
europees niveau iets moet gebeuren, maar wat in de plaats moet komen van
Maastricht weten we niet. We willen geen eng-nationalistisch Belgisch
economisch systeem. Dus moeten we streven naar internationale solidariteit op
internationale basis versus het nationalisme.
Er wordt gediscussieerd over de organisatie van
de marsen in belgië. Probleem is, dat de vakbonden in het kader van de EVV-dag
een manifestatie hebben gepland op de 28ste in Brussel. De wandelaars zijn dan
nog bij de grens; in de nationale demonstratie van de vakbonden spelen de
wandelaars dan geen rol. Daarom praat het comité in België met lokale
vakbondsafdelingen om de wandelaars op die datum van de grens naar Brussel te
brengen en s'avonds weer terug, tenminste als de lokale vakbonden dat willen.
Een probleem met de Belgische vakbonden is wel dat wij zeggen bv voor de
demonstratie van de 28ste in Brussel, we willen deelnemen, maar ze nodigen ons
niet uit. Op de 28ste zijn er veel media, de wandelaars moeten er dan ook zijn.
Ook in België is echter de situatie, dat de vakbonden op hoog niveau niet
meedoen maar wel de lokale afdelingen. We hebben niet, zoals in andere landen
een brief geschreven aan de nationale bonden om te vragen of ze meedoen, want
we gingen ervan uit, dat gezien de opstelling van het EVV het antwoord toch nee
zou zijn. Lokaal doen ze echter wel mee.
Aguiton wijst erop, dat de wandelaars autonoom
zijn. Als ze een tocht van twee maanden maken, kun je niet zomaar zeggen:
jullie moeten nu daar en daar naartoe. De voorstellen moeten door de groepen
besproken worden en ze moeten het ermee eens zijn. Ook benadrukt Christophe nav
de slaapplaatsen regeling in België dat in principe collectieve slaapplaatsen
nodig zijn. De groepjes wandelaars willen soms samen slapen. Er is- dit kwam al
eerder ter sprake- een geheel eigen groepsdynamiek, waar je rekening mee moet
houden.
Daarom is het beter, dat wanneer de wandelaars in
Lille zijn, iemand uit België komt die de routes laat zien, en die uitlegt hoe
het in belgië gaat. de wandelaars kunnen daar dan beslissen wat ze verder in
België wel en niet gaan doen. Tien dagen later moeten nederlanders naar België
komen om hetzelfde uit te leggen. Hoe is het eten en slapen geregeld, etc. Het
is goed, de verdere werkwijze bij de marsen enkele dagen van te voren aan te
kondigen.
In België heeft men vragen gehad van Duitsers,
die aan de franse marsen in belgië willen deelnemen. Dat is nog steeds
mogelijk. Opgemerkt wordt, dat er wandelaars op de verschillende routes moeten
worden uitgewisseld, zodat overal verschillende nationaliteiten meelopen.
Daarna vinden nog discussies plaats over welke
nationaliteiten er nu zijn op welke tochten, welke manifestaties er worden
gehouden en er is een discussie over de Belgische en Spaanse vakbonden.
Men komt terug op de situatie in België. Er zijn
zeker wel duizenden belgen die naar Amsterdam willen.
Weer wordt gediscussieerd over de vakbonden. De
EVV is tegen e marsen. Maar als de vakbonden in Brussel de marsen accepteren
is dat een 'split' in de vakbonden. Dit is temeer belangrijk, omdat de
manifestatie van de 28ste in Brussel symbolische betekenis heeft. Deze
demonstratie heeft sowieso een internationaal karakter, want Brussel is de
'hoofdstad' van Europa, waar vele instellingen zijn gevestigd. De marsen kunnen
dan laten zien op de 28ste, dat niet alle vakbonden in europa er gelijk over
denken.
In dit verband wordt opgemerkt dat in een van de
marsen die uit Spanje komt een vooraanstaand lid van de staalarbeidersbond
aanwezig is, die spreekt op manifestaties tegen zijn eigen organisatie. Hij
legt uit, dat internationale solidariteit noodzakelijk is, omdat terwijl bij
renault in België actie wordt gevoerd, de produktie overgaat naar Spanje.
Er wordt gediscussieerd wat de grote vakbonden de
28ste in de andere landen gaan doen. In Italië gaan de mensen die deelnemen
aan de marsenorganisatie op de 28ste deelnemen aan de grote vakbondsbijeenkosmten.
De vakbonden gaan mobiliseren in de fabrieken en bij de arbeidsbureaus. De
Italiaanse vertegenwoordiger zegt, dat men in Italië nadenkt over hoe de
organisatie van de Euromarsen zich op deze dag kan onderscheiden van de
vakbonden, je moet iets doen waardoor je opvalt, het moet anders zijn dan wat
de Europese vakbonden doen.
Christophe vraagt zich af: als de Belgen kunnen
zorgen dat de wandelaars de 28ste in Brussel zijn, en er is ruimte om de
euromarsen zichtbaar te maken, worden de vakbonden dan niet boos en willen ze
dan op de 30ste nog wel met ons in zee?
De conclusie van de discussie is, dat de relatie
met de vakbonden verschilt van land tot land wat betreft de steun aan de
mobilisatie voor de euromarsen. Ook wordt verschillend gemobiliseerd voor de
28ste. In ieder land moet men maar zien, hoe men daarmee om gaat. In frankrijk
is er op de 28ste niets, in verband met de verkiezingen dan. Daar doet men op
de 10e juni iets. Er komt een gerucht op tafel dat de duitse bonden zouden
oproepen tot een staking van vier uur. Dit gerucht wordt door de duitse
vertegenwoordigster ontzenuwt. De DGB mobiliseert nauwelijks. Er is alleen een
manifestatie in frankfurt op de 28ste.
Er wordt teruggekomen op de publiciteit in
relatie tot wat anderen doen en om daar gebruik van te maken. Hoe kun je je
onderscheiden? We moeten gelegenheden vinden om in elk land te laten zien, wat
er in andere landen gebeurt. We moeten laten zien, dat het een europees project
is. Er moeten veel foto's van het geheel komen, dat we samen werken naar een
grote demonstratie in Holland. Het moet nu bekend gemaakt worden.
Ad 2. We gaan naar het volgende agendapunt, de
situatie in Nederland en de organisatie van de demonstratie op 14 juni.
Christophe merkt ter inleiding op, dat op de vorige
internationale bijeenkomst werd vastgesteld, dat de begintijd van de
demonstratie 13.30 uur moest zijn. Maar hij heeft begrepen, dat er wat betreft
de plaats en de route van de demonstratie problemen zijn.
John legt uit wat de situatie is. Tijdens de
Eurotop en de dagen ervoor is een gedeelte van Amsterdam afgesloten gebied. Op
het museumplein kunnen we sowieso niet komen, want dat is opgebroken en wordt
gerenoveerd. Het is een uitdaging om een andere goede plaats voor het eindpunt
te vinden. In de parken in de vooroorlogse gordel kunnen we niet terecht.
Bovendien zijn de gesprekken met de gemeente laat gestart. Op dit moment weten
we niet wat het gaat worden. We hopen het binnen een week te weten. Met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal de Dam het startpunt zijn. Dit is
vlakbij het Centraal Station. De Dam is op zaterdag geen afgesloten
veiligheidsgebied. Maar hij benadrukt, dat we nog geen officiële toestemming
hebben voor de Dam als startpunt.
Er ontstaat een discussie nav de bijdrage van
John. Waar moeten al die bussen dan staan?. Ze moeten dicht naar het begin van
de demonstratie kunnen rijden en daar parkeren. Er wordt gezegd, dat de bussen
op de Prins Hendrikkade kunnen staan. Dat is ook vlakbij het Centraal Station
en 5 minuten lopen naar de Dam. John zegt, dat we met de politie praten over
hoe de mensen uit de bussen komen naar het beginpunt van de demonstratie. De
bussen kunnen achter het Centraal Station, waarna ze vertrekken naar een plaats
aan de buitenkant van de stad.
Men hiermee geen genoegen. iedere delegatie moet
nu weten, waar de bussen komen, hoe laat ze er moeten zijn. Kunnen er wel bv
400 bussen achter het Centraal Station? Wat moeten de aankomsttijden van de
bussen zijn? Christophe zegt, dat het verzamelen begint om 14.00 uur op de Dam.
We beginnen de demonstratie dan om 14.30 uur. Op de Dam kunnen 5000 mensen, de
rest dan in de straten eromheen, bv Damrak. Meer valt er nu niet over te
zeggen. Geconcludeerd en besloten wordt, dat we in de laatste dagen voor de
demonstratie een 'technische meeting' moeten hebben met ongeveer 100 mensen om
de laatste informatie uit ter wisselen en dingen te regelen.
Volgende punt. Wie gaan er op de manifestatie
spreken? Dus na afloop van de demonstratie. Maar eerst moeten we het erover hebben,
hoed e demonstratie verder georganiseerd wordt.
Christophe doet een voorstel. Aan het hoofd van
de demonstratie de 2 tot 500 wandelaars; geschieden naar landen. Daarna
blokeenheden per land. Dus iedere nationaliteit een blok. Het beste is, de mensen
die van ver weg komen eerst, dus Finnen, Portugezen, Grieken. Dan Spanje,
Engeland, frankrijk. Als laatste Holland. Er wordt opgemerkt dat er relatief
veel fransen zullen zijn. Welk land moet het laatst?.
Christophe blijft vasthouden aan de indeling naar
nationaliteiten. We moeten geen indeling hebben op politieke of ideologische
basis, bv trotskisten, sociaal-democraten, etc.
De vertegenwoordiger van de nederlandse SP merkt
op, dat nederlanders niet gewend zijn te demonstreren, en ze zullen daarom zich
niet aan de blokken houden en in ieder blok gaan zitten. Het basisidee is niet
slecht maar er moeten blokken per land komen, afgezien van nederland.
De franse coördinatie is gisteravond bijeen
geweest, en die willen het volgende. Men wil vooraan de wandelaars door elkaar,
een mix, zodat ze met elkaar kunnen praten en zo. Het is een gelegenheid om
elkaar te ontmoeten. De franse vertegenwoordiger wil dit ook s'avonds. Dan
moeten de mensen elkaar ook kunnen ontmoeten en met elkaar discussiëren, daar
moet gelegenheid voor zijn. Die ontmoetingsmix moet er ook verder zijn, dus een
groot feest met muziek tot 12 uur s'nachts, niet alleen maar een korte
manifestatie na afloop van de demonstratie en dan uit elkaar gaan. Het moet
meer zijn dan een gezamenlijke demonstratie.
De vertegenwoordiger van de SP zegt, dat het
moeilijk is een goede oplossing te vinden. Als je wilt laten zien in de demonstratie
dat er verschillende landen zijn dan is een indeling per blok noodzakelijk.
Eerst de groep marcheerders van de Euromarsen, dat is het belangrijkste aspect
van de demonstratie. Dan de landenblokken. En tenslotte de nederlanders, die
achteraan sluiten bij de demonstratie.
De spaanse vertegenwoordiging werpt de vraag op,
hoe je een regel voor de indeling per blok kunt bedenken. Je hebt landen met
een sterke organisatietraditie en landen waar dat niet het geval is. Dus per
blok bijvoorbeeld eerst werklozen, dan de vakbonden en dan de politieke
partijen. Je moet daarvoor een regel hebben, anders ontstaan er conflicten in
een blok over wie de beste plaats mag innemen.
Verder stelt hij de vraag is het alleen een
demonstratie of gebeurt er meer? bv tegelijkertijd acties?. Lopen we alleen of
voeren we ook acties uit tegen de symbolen van Europa, zoals de banken. We
zouden die kunnen bezetten en onderweg andere gebouwen bezetten of kraakacties
uitvoeren. Hij wil gebouwen bezetten. is dat mogelijk?
Nu volgt een discussie in rad Frans die slecht
vertaald wordt zodat onduidelijk is wat de argumenten voor en tegen zijn.
Ik vang op, dat er veel mensen meelopen die niet
gewoon zijn te demonstreren. Zij moeten niet verloren raken in het geheel. Men
komt terug op de kop van de demonstratie. Welke indeling? Voorop de wandelaars
met een gemeenschappelijke vlag?
Voorop de wandelaars. Maar dan? De conclusie
wordt getrokken, dat vredig moeten demonstreren. We moeten laten zien dat we
met elkaar kunnen communiceren. Iemand keurt de verdere indeling van
landenblokken af. We moeten laten zien, dat we samen optrekken. Niet gescheiden
naar politieke partijen en vakbonden en werklozen. Dat is niet goed. We moeten
samen actie voeren.
Vervolgens wordt gezegd, dat er een visueel
symbool moet zijn, dat aangeeft dat we er niet alleen zijn om te wandelen.. Wat
kunnen we laten zien?
Er wordt opgemerkt dat we een grote kaart van
Europa moeten maken met de routes. Een kaart met daarop de namen van de 15
landen. Vervolgens komt 1 werkloze per land, die een bord draagt met de naam
van het land. Dan de 300 wandelaars en dan de niet-Europeanen zoals uit Turkije
er komen ook mensen uit Mexico en Korea. Dan de landen. Christophe stelt een
indeling in landen voor, die daarna weer gewijzigd zal worden. Er wordt nl
gediscussieerd over de volgorde van de landen. De Skandinaviers moeten bij
elkaar. Daarna Spanje. Het betreft hier gevoelige kwesties. Betreffende
Spanjaarden merkt men op, dat er absoluut geen landenvlaggen aan de kop van de
landenblokken moeten komen. De Basken en de catelanen hebben hier grote
problemen mee. Wel kunnen borden met de naam van het land.
Vanuit Nederland wordt de vraag opgeworpen of de
Nederlanders achteraan wel goed is. Meestal houden Nederlanders stille tochten.
Voor de dynamiek van de demonstratie is het beter, dat de Belgen en de fransen
de stoet sluiten. Verder wordt door iemand opgemerkt, dat naast de werkloze die
vooraan een bord draagt ook een werkende moet komen. Aldus wordt definitief
besloten. Vooraan komen per land een werkloze en een werkende die samen het
bord van het land dragen. Daarna komen de wandelaars. Vervolgens de niet-Europeanen.
Daarna komen de landenblokken in de volgende
rangorde:
1. Griekenland
2. Portugal
3. Ierland
4. Finland.
5. Noorwegen
6. Zweden
7. Spanje
8. Italië
9. Oostenrijk
10. Zwitserland
11. Engeland.
12. Denemarken
13. Nederland
14. Duitsland
15. Luxemburg
16. België
17. Frankrijk.
Er wordt over gediscussieerd hoe we omgaan met de
hotemetoten uit een bepaald land of een groep van landen die mee willen lopen.
Komen er Europarlementariërs? Geconcludeerd wordt, dat als bv de
Europarlemenariers een eigen blok willen dan is dat goed. Er kunnen ook borden
van steden zijn, of van regio's.
Vervolgens komt aan de orde, in welke taal het
spandoek aan de kop van de stoet moet hebben. Iedere taal zou teveel zijn. 4
talen? 8 talen? De spaanse vertegenwoordiging vraagt zich toch af, of het
mogelijk is alle talen te hebben. We moeten een eenheid in verscheidenheid
laten zien. Het is toch een Europese mars tegen werkloosheid of niet soms?
Verdere discussie over wat helemaal vooraan. Een symbool van de mensen die de
wandeltochten hebben gedaan. Een grote kaart van Europa. Nee, helemaal vooraan
een spandoek met de tekst: against unemployment, etc. en in andere talen. Nee,
alleen in het engels. Dan een grote kaart met de routes. Een spandoek in het
engels? dat symboliseert de veramerikanisering van Europa. Frans kan ook niet,
want het is al een frans initiatief, de fransen komen met veel en dan lijkt
het, of het alleen een Franse demonstratie is. Besloten wordt: Helemaal voorop
een spandoek in het nederlands (over deze taal zijn geen politieke moeilijkheden)
met de tekst: euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting.
Opgemerkt wordt nog, dat 'sociale uitsluiting' geen goede vertaling is van
'precarity'. Dit woord is in het nederlands onvertaalbaar. Na het spandoek in
het nederlands komt de grote kaart van Europa met de routes van de marsen.
De orde dienst.
Christophe stelt voor, dat ieder land z'n eigen
ordedienst heeft. 50 nederlanders, 50 fransen, 20 duitsers, 20 italianen enz.
De vraag wordt gesteld hoe we zo'n ordedienst moeten organiseren. Dat kan niet
een uur van te voren. We moeten de ordedienst een week van te voren
bijeenroepen. De vraag wordt verder gesteld, wat het gedrag van de politie is
in Nederland. Spanje zegt: in andere landen weten we, dat de politie ieder
moment kan interveniëren in de demonstratie. Moeten we maatregelen nemen om
onszelf te beschermen?. Christophe concludeert, dat we een leiding moeten
hebben voor de demonstratie die invloed kan uitoefenen op incidenten en die problemen
tijdens de demonstratie kan oplossen, zodat de politie ziet dat we
georganiseerd zijn. De vraag wordt gesteld wat we kunnen doen als de politie de
demonstratie wil opbreken. We moeten een groep hebben die hierover beslissingen
neemt. Christophe stelt het volgende voor. We hebben:
1. Ieder land moet zijn eigen ordedienst hebben
2. Een coordinatiegroep van de ordedienst van 10
personen
3. Een leiding van de demonstratie die snelle
beslissingen kan nemen.
John legt het gedrag van de Nederlandse politie
uit. Hij meldt ook, dat er groepen jongeren komen voor de autonomendagen. De
politie zal om een ordedienst vragen. Christophe merkt op, dat het gedrag van
de politie problemen kan geven. Hij heeft aan nederlandse acties meegedaan, en
geconstateerd, dat de politie zich tussen de demonstranten mengt en met paarden
tussen de demonstranten gaat rijden. De Spanjaarden zijn dat duidelijk niet
gewend, die zullen daar zeer agressief op reageren en de paarden wat doen. Wat
het geweld van de autonomen betreft: de straat is vrij, wat die voor zichzelf
willen doen moeten zij weten, maar niet tijdens de demonstratie. Daar moeten we
een minimumstruktuur voor hebben.
Nederland brengt naar voren, dat overeenkomstig
de grootte van de nationale groep door die nationaliteit een ordedienst moet
worden samengesteld. Er wordt geconstateerd, dat het nuttig is te communiceren
met een communicatiesysteem; Waarschijnlijk zijn walkie talkies nodig voor
ieder land. Kan Nederland dit coördineren?
De Spanjaarden brengen naar voren, dat zij in dit
land geen ordedienst kennen. Dit is moeilijk voor hen, ze zijn dat niet gewend.
Er wordt geïnventariseerd in welke landen dit nog meer problemen oplevert. In
andere landen is het geen probleem. Er moeten vertegenwoordigers van tenminste
5 landen komen voor de ordedienst; is 150 personen. Nogmaals de vraag: kunnen
nederlanders voor walkie talkies zorgen? Als dat niet kan, kunnen ze aan
frankrijk vragen het mee te nemen, zij hebben het.
De voertaal van de ordedienst is engels, dus de
afgevaardigden naar de groep van 10 personen moeten engels spreken.
De leiding van de demonstratie. Wie kunnen er de
laatste week naar amsterdam komen? Dezelfde mensen organiseren de laatste
etappes van de marsen en de demonstratie, dus je moet enkele dagen voor de demonstratie
een ruimte hebben in de stad voor de staf. Voor 5 leiders van de demonstratie.
Die mensen moeten er 5 dagen van te voren zijn. Ten minste nederlanders en
fransen.
Volgende punt. Na de demonstratie? Muziek,
sprekers, debat. Het idee was, een feest tot 12 uur in de nacht. Met een soort
concert van muziekgroepen.
Eerst kunnen 3 tot 5 mensen de demonstranten
toespreken. afgevaardigden van wandelaars en vakbonden. Daarna moet er plaats
zijn voor muziek. Ten slotte moeten er twee of drie plaatsen zijn voor
debatten. We hebben daarbij wel vertaalproblemen. We zouden voor dit laatste
gebouwen moeten hebben dichtbij het eindpunt van de demonstratie en het feest,
kerken of zo.
De spanjaarden brengen naar voren de vraag wie de
sprekers moeten zijn en in welke talen. Spreken we 15 talen? dat is voor ons
een belangrijke vraag. Ze benadrukken dat de toespraken kort zijn, het moeten
teksten zijn waar iedereen het mee eens is de teksten zouden uitgesproken
kunnen worden door de wandelaars, maar zonder politieke symbolen.
Opgemerkt wordt dat het moeilijk is sprekers in
verschillende talen aan het woord te laten, als de meeste mensen van de
demonstranten het niet verstaan. Dus moeten we symbolisch drie of vier talen
kiezen. De wandelaars spreken een tekst uit in 3 of 4 minuten in 3 of 4 talen.
De Spanjaarden brengen nogmaals naar voren, dat de toespraken kort moeten zijn.
Een kort appel, in korte bewoordingen. Zeggen, waarom we marcheren. Dat we
doorgaan met de internationale strijd. Kan in 1 minuut. Iedere wandelaar 15
maal 1 minuut is 15 minuten.
De fransen brengen naar voren, dat ieder land d
de kans moet hebben om te spreken. Ook is voor de tekst belangrijk, te laten
zien welk Europa we willen en hoe we dat uitdragen. Volgt onverstaanbare
discussie. Iemand wil nu en hier de eindplaats van de demonstratie vastleggen.
We moeten nu de plaats weten.
De Spanjaarden brengen weer naar voren, dat we
het eens moeten worden over een tekst en dat die dan voorgelezen moet worden.
Hierover wordt verder gediscussieerd.
Na de sprekers moet je een plaats hebben waar
muziek is en een informatiemarkt, waar iedere delegatie materiaal kan uitwisselen.
de vraag is, waar kan dat in Amsterdam. Er wordt weer gepraat over wie spreken.
Dat kunnen de wandelaars zijn, maar als een land een speciaal persoon heeft,
dat is aan dat land, dat is een nationaal probleem.
Er wordt weer op de plaats teruggekomen. De
plaats is ook belangrijk voor de bussen, je moet de bus vinden aan het eind van
de avond, zodat de bussen niet vertrekken zonder de mensen. Dus er moet bij
het eindpunt een centrale plaats komen voor de bussen.
Er wordt weer gepraat over wie spreekt tijdens de
demonstratie. ieder land kan dezelfde zin zeggen maar misschien ook iets
specifieks over het land, anders verliezen we meerwaarde.
Ook de Belgen willen na de demonstratie plaatsen
waar we vrij ideeën kunnen uitwisselen, met elkaar in debat kunnen gaan, er
moeten verschillende plaatsen zijn om te spreken. Verder moet er s'morgens een
persmeeting zijn. En dan na de demonstratie een ruimte met een vrije microfoon
waar ideeën kunnen worden uitgewisseld over wat we verder willen.
John zegt, dat dit de nederlanders allemaal niet
verteld is. Bovendien is een probleem, dat de plaats nog niet bekend is.
Christphe herhaalt echter wat gezegd is: er moet een centraal podium komen voor
de sprekers en de muziek, een informatiemarkt voor alle landen om hun
materiaal te laten zien en 1,2, of 3 plaatsen voor vrij debat.
Het centrale podium zal alleen een half uur
gebruikt worden voor de sprekers.
Iemand merkt op, dat de informatiemarkt wel
overdekt moet zijn. Als het gaat regenen, valt alles in het water. De spanjaarden
brengen naar voren, dat ervaringen uitwisselen niet perse op deze dag hoeft. We
willen ook debatteren op de dagen erna. Weer komt ter sprake wie spreekt op de
demonstratie. Wandelaars? bekenden? Spanjaarden willen geen bekenden. Besloten
wordt uiteindelijk, dat het internationaal secretariaat een voorstel stuurt
naar alle landen, zodat die erover kunnen discussiëren. Welke vorm. Zie
discussie hiervoor.
Daarna moet er een pluralistisch, open debat
zijn. We hebben een plaats nodig voor de avond vlak bij het eindpunt van de
demonstratie.
Ten eerste hier een informatiemarkt. ten tweede 4
plaatsen waar mensen in verschillende talen met elkaar kunnen spreken. De
nederlanders moeten de plaatsen vinden voor de faciliteiten. In iedere
workshop heb je dan twee talen, is acht talen. Vertaling in 1 andere taal over
en weer.
Een fransman brengt naar voren dat hij dit een
veel te veel ingeperkte consensus vindt.
We moeten toch per land een spreker hebben, die
laat zien namens wie hijs preekt. We moeten 15 mensen vinden die hun eigen
verhaal houden. Geen centrale tekst. Christophe: het internationale
secretariaat zal kijken of het mogelijk is.
De vraag wordt opgeworpen wat we doen na de avond
van de demonstratie.
De vraag is eigenlijk: hoe kunnen we een netwerk
maken op europese basis?. En: wat doen we de eerste dagen na de demonstratie?
John legt wat dit laatste betreft uit, dat voor en na de demonstratie de 'top
van onderop' wordt georganiseerd waarin op verschillende dagen mogelijkheden
bestaan met elkaar in discussie te gaan. Er zijn voor de mensen die blijven
openbare debatten met werklozen, de dockers uit Engeland, etc. De Franse
vertegenwoordiging neemt aan, dat de debatten goed georganiseerd worden. Maar
hoe zit het met de praktische zaken? Waar slapen de mensen die blijven? En: wie
kan er eigenlijk blijven? Hoeveel? We moeten dat nu weten. Kunnen alleen de
mensen blijven of van te voren komen voor de technische bijeenkomsten of ook
anderen. Wat is verder het verband tussen de 'top van onderop' en de
bijeenkomsten van de marsen? Is er voor de mensen die van ver komen een plaats
om te blijven?
John vermeld dat het moeilijk zal zijn slaapplaatsen
te vinden voor de blijvers. Maar de fransen nemen hier geen genoegen mee. Eind
volgende week moet een telefoonnummer in Amsterdam bekend zijn waar de mensen
uit Europa naartoe kunnen bellen om een slaapplaats te reserveren. Of kan dat
niet?
Christophe: we kunnen alleen overdekte
slaapplaatsen vragen aan de nederlanders voor de mensen die van ver komen. En
voor de wandelaars. Meer kunnen we niet vragen.
Er wordt gevraagd of er in Nederland genoeg
mensen werken aan de organisatie.
Nederland stelt, dat eind volgende week bekend
moet zijn, hoeveel extra slaapplaatsen er zijn, vlakbij het eindpunt van de
demonstratie. Wat betreft mensen waarvoor geen plaats is, die moeten zich maar
inschrijven voor de top van onderop.
Christophe stelt voor, dat centraal per land
verzameld wordt hoeveel er overblijven na de demonstratie om te slapen in
Amsterdam.
Nu moet nog aan de orde komen de laatste week
voor de demonstratie en de zondagbijeenkomst over de toekomst van de marsen.
Ad 1. Er zijn veel mensen, die de laatste week
willen meelopen, meer dan 200. Daarnaast komen er nog delegaties uit de
verschillende landen. De laatste week is de grote week met 500 tot 600 lopers.
John zegt dat het van de route afhangt hoeveel er mee kunnen lopen.
De fietsers wordt 150 meer kan niet. Nijmegen
30-40, kan niet meer. Maastricht: als er daar 100 komen, dan kunnen er nog wat
bij. Turnhout-Tilburg zit vol; het is al 200 in de laatste week. Ze rekenen
niet op meer. Engeland en Rotterdam 60 tot 80 mensen.
Utrecht en Hilversum zijn knelpunten, daar krijgt
men 250 tot 300 lopers te verwerken.
De Italianen, die de laatste week willen meelopen
moeten dus de route vanaf Maastricht nemen. Zij kennen daar ook mensen van,
want het is hun route vanaf Grenoble. Maar de Italianen willen niet in
Maastricht maar in Eindhoven starten.
De Spanjaarden willen preciezere informatie. Ze
bespreken bussen voor de laatste week. 100 tot 200 mensen. Zij willen weten:
wordt er iedere dag gewandeld? Welke route is het? Waar kunnen ze insteken?
Suzan vraagt hen, telefonisch contact op te
nemen. Zo groot aantal Spanjaarden kan niet.
Maar het is belangrijk voor ons!. Nederland: dan
moet je het zelf organiseren, tenten, campings, want de organisatoren rekenen
niet op zoveel mensen.
Er wordt gepraat over hoeveel extra per land er
mee mogen lopen. Christophe: ieder land heeft recht op 20 mensen, hoger kun je
logistiek niet aan de lokale organisaties vragen. Anderen moeten met tenten
komen. Kan niet door de nederlanders geregeld worden.
De extra mensen komen het laatste weekend en de
laatste week.
De spanjaarden zeggen, dat het onmogelijk is te
slapen int tenten. Tenten voor 30 of 40 personen zijn moeilijk mee te nemen.
Eindhoven moet PSV om ondersteuning vragen. Kan
Nederland voor tenten zorgen?
Besloten wordt dat een inventarisatie zal worden
gemaakt van grote campings waar de mensen kunnen slapen.
Nederland zal dat aan de lokale comités vragen.
Of andere plaatsen waar grote tenten kunnen staan. Ook zal een lijst gemaakt
worden van alle campings in de omgeving van amsterdam. zodat mensen drie dagen
of meer hier kunnen verblijven zonder de organisatie te belasten.
Is er een mogelijkheid, kantoor etc, voor een
coordinatiepunt waarbij een vertegenwoordiger per land aanwezig is en voor de
perskontakten in de laatste week. 3 of 5 personen, die engels of frans spreken.
Nederland legt uit dat we bij de voedingsbond
kunnen.
Is er fax en telefoon? Ja.
Nederland stelt het geld aan de orde. Christophe:
we hebben 50.000 francs nodig voor de demonstratie en voor de avond. Een van de
oplossingen is, dat wij technische dingen meenemen, misschien een truck uit
Frankrijk met 'sonorisation' is mogelijk. Nederland zegt, dat voor deze dag
een begroting gemaakt is en dat er minstens 100.000 francs nodig is.
De discussie wordt verder afgebroken. We kunnen
het nu niet oplossen.
Praktische punten: hebben de mensen slaapzakken?
Ja. Welke leeftijden in verband met de muziek. Erg gemengd. Meer mannen dan
vrouwen. leeftijd rond de 30. De meerderheid is arm en werkloos, en
gedeeltelijk dakloos.
Er wordt gediscussieerd of de wandelaars na de
demonstratie langer kunnen blijven. Christophe: de debatten gaan door tijdens
de europtop. Ieder land moet zelf zorgen voor de personen, die langer blijven,
dwz ieder nationaal comité zorgt daarvoor. Wij willen geen beslag leggen op de
nederlanders na de marsen. Als er mensen willen blijven moeten de nationale
comités hun verantwoording nemen.
Antwoord: als de mensen niet teruggaan met de
bussen kunnen de nationale comités erg moeilijk zorg dragen voor de mensen.
Spanje kan niet verantwoordelijk zijn voor wat er
na de 14e gebeurt. Frankrijk denkt dat er een tegenstrijdigheid is. Je hebt een
intensieve actie met een einddemonstratie en s'avonds zeg je: in de bus, het
is afgelopen. Dit zal een probleem worden. Dus de vraag blijft, wat doen we,
als de lopers blijven. Anders riskeer je, dat de mensen blijven terwijl ze
niets te doen hebben en dat met alle internationale pers erbij. Er wordt
geopperd dat de Fransen een bus moeten regelen voor dinsdagavond. Nederland
brengt naar voren dat het zeer moeilijk is in de stad te blijven maandag en
dinsdag. Het is onmogelijk, verantwoordelijkheid te nemen voor de mensen op
zondag. Dus als de mensen willen blijven
moeten ze contact opnemen met de tegentop. We gaan coördineren, dat 20
officiële marcheerders gast zijn van de tegentop en we moeten met de tegentop
contact opnemen om slaapplaatsen te regelen.
Er wordt gepraat over de video's die uitgekomen
zijn.
Laatste punt. Wat gaan we in de toekomst doen?
We hebben nu een europees netwerk wat gaan we
daarmee doen? De ENU heeft ons gevraagd, waarom stichten jullie een nieuw
netwerk naast ons. Christophe stelt, dat hij niet tegen de ENu is, integendeel,
we moeten samen optrekken. De wandeltochten zijn daarvan een voorbeeld. Maar de
Italianen zijn geen lid van de ENU. Ons initiatief is ook iets anders, want wij
hebben een coalitie van studenten, werklozen, vakbonden. Dit is erg nuttig want
in heel Europa bestaat zo'n netwerk niet.
Er wordt gepraat over de data waarbij men weer bij
elkaar komt. EAPN heeft een meeting in november waar we ook naartoe moeten.
Deze organisatie is niet erg militant, maar we moeten samenwerken. Wanneer
kunnen we het beste weer bij elkaar komen? Oktober of januari?
De Fransen willen begin oktober een rondetafel
gesprek. België brengt naar voren, dat 15 juni te vroeg is om over de datum van
een nieuwe bijeenkomst te beslissen. Wij moeten ook evalueren wat uit de
Eurotop komt.
Daarom wil hij 30 juni bij elkaar komen, de
eurotop evalueren en een voorstel doen voor de herfst. Spanje wil niet afhankelijk
zijn van de uitslag van de eurotop. We moeten uitgaan van onszelf.
Christophe legt het voorstel op tafel: bij elkaar
komen op 4 en 5 oktober in Brussel. We moeten niet te lang wachten, want we
moeten de dynamiek vasthouden. Weer iemand anders veronderstelt dat een
internationale meeting niet nodig is en dat in ieder land zo'n meeting moet
worden gehouden. Daarnaast deze zomer een kleine meeting waar we beslissen wat
te doen.
Nederland benadrukt dat er snel een discussie
moet komen anders verdwijnt de dynamiek.
Christophe brengt nogmaals het voorstel naar
voren, 4 en 5 oktober voor 150-200 mensen. Zaterdag en zondag. Met twee
diskussieonderwerpen:
1. Het vaststellen van de internationale
conferentie
2. Welke landen zijn deel gaan uitmaken van de
Euro en een debat over de sociale spanningen die dat oplevert.
15 juni bekijken we, of we een 'workingmeeting'
nodig hebben om dit voor te bereiden
Bovendien moeten de niet-europeanen in de
slotverklaring van de 14e aan de orde komen.
15 juni wordt de datum voor de 'workingmeeting'
vastgesteld. Er worden vast wat voorstellen gedaan: 28 juni of 28 september in
parijs. Wordt 15 juni verder besproken.
PvdL/11-05-1997