dinsdag 25 augustus 2015

Opmerking over het gedoe met openheid bij de ttip onderhandelingen

Het schijnt dat parlementariers uit verschillende landen en van het
Europese parlement protesteren tegen het feit, dat ze geen toegang meer
hebben tot geheime stukken over de TTIP-onderhandelingen. Er is gedoe
over welke documenten wel en niet toegankelijk zijn en hoe.
http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/tweede-kamer-geen-toegang-meer-tot-ttip-documenten
Op oa facebook protesten van: de democratie wordt afgeschaft.
Democratie? Ik vraag mij af: in toenemende mate worden allerlei geheime
rapporten geproduceerd zowel op gemeentelijk niveau als op hogere
niveau's die door het bestuur en het ambtelijk apparaat worden gedeeld
met de volksvertegenwoordigers, maar waar pers en burger geen inzicht in
krijgen. De volksvertegenwoordigers, die namens ons het bestuur moeten
controleren, ontvangen die geheime informatie soms in besloten
vergaderingen van Tweede Kamer of gemeenteraad. En politieke
vertegenwoordigers van links tot rechts gaan daar gretig op in. Ze
beloven die kiezer niet te zullen inlichten. Dat speelt uit mijn eigen
ervaring onder andere bij de reintegratie in Amsterdam. Er wordt een
reeks van rapporten over misstanden in de reintegratie-industrie in
Amsterdam geproduceerd, waar de burger geen inzage in krijgt en de
gemeenteraad of commissies daarvan vergaderen daar in besloten
vergaderingen over. Er komt niets van naar buiten. Als burger en zeker
als belangenbehartiger wordt je volkomen op het verkeerde been gezet. Je
kunt de volksvertegenwoordigers niet meer vertrouwen, ook niet die van
links. Die meedoen aan acties bijvoorbeeld of waarmee je gesprekken
voert. Ze beschikken ten aanzien van het onderwerp over structurele
informatie, waarover de actievoerders niet beschikken. Je weet nooit op
basis van wat voor overwegingen je wel of niet wordt gesteund, en welke
argumenten je moet gebruiken om je belangen te verdedigen. En hoe die
argumenten in het plaatje van dilemma's die er soms zijn passen.
Misschien zijn er allang (mondelinge) geheime compromissen gesloten
terwijl jij aan het actievoeren of aan het praten bent. Ik zeg tegen de
parlementariers: als die stukken die je wilt inzien supergeheim zijn en
je ze niet mag delen dan zou ik ze niet eens willen hebben. De
democratie is allang afgeschaft.

Piet van der Lende

zaterdag 30 mei 2015

De lotgevallen van de kostendelersnorm oftewel mantelzorgboete

Het valt mij op dat er in de publiciteit en in maatschappelijke discussies waaraan belangenorganisaties en politieke partijen deelnemen zo weinig te horen is over de kostendelersnorm in de nieuwe Participatiewet, die 1 januari is ingevoerd.

De kostendelersnorm heeft als doel, -naar de regering zegt – stapeling van uitkeringen te voorkomen en een lagere uitkering te geven wanneer de kosten van het huishouden met iemand anders kunnen worden gedeeld. Wanneer je een bijstandsuitkering hebt, en je hebt iemand anders bij je inwonen, die ouder is dan 21 jaar, dan wordt -als je verder alleenstaande bent- je uitkering gekort van 70% WML tot 50% WML of lager. Dit geldt ook voor bloedverwanten in de eerste of tweede graad. Dus ouders en een kind die samenwonen, of twee broers. Het doet er niet toe of degene, die inwoont, een inkomen heeft of niet. Kinderen of andere inwonenden die studiefinanciering hebben, vallen erbuiten. Ook geldt de norm niet voor AOW-ers. De kostendelersnorm is van toepassing op alle mensen, die bij elkaar inwonen en die een bijstandsuitkering hebben. De kostendelersnorm geldt niet als er sprake is van commerciele onderhuur. Dus als een bijstandsgerechtigde een kamer huurt voor een commerciele prijs bij iemand anders, is de kostendelersnorm niet van toepassing.
Gevolgen
Op het spreekuur waar ik werk – de kostendelersnorm voor mensen die al een uitkering hadden, gaat per 1 juli in- krijgen wij nu al de schrijnende gevallen van mensen die straks niet of nauwelijks meer kunnen overleven. Bijvoorbeeld een vader met zijn inwonende zoon die er straks minstens 240 euro op achteruit gaat. Hoe moet die man straks leven? Of een mevrouw met een Franse vriend die geen werk heeft en geen inkomen. Zij zakken ver beneden het bestaansminimum. Per 1 juli wordt tegen die mensen gezegd: er woont iemand bij u in dus u wordt gekort. Mensen die mantelzorg doen- voor hun ouder, die nog geen 65 is, of voor iemand anders en die mensen wonen bij hen in- zullen worden gekort. De kostendelersnorm wordt daarom ook wel de 'mantelzorgboete' genoemd.
De kostendelersnorm is ingevoerd na agressieve propaganda van de VVD met in haar kielzog rechtse media: die kwamen met zegge en schrijve 1 voorbeeld van vijf mensen die in dezelfde woning woonden, die allemaal een bijstandsuitkering voor een alleenstaande hadden en die daardoor met z'n vijven wel 5000 euro opstreken. Schande! Een VVD-kamerlid stelde vragen aan de minister, en kreeg veel publiciteit. Tegenargumenten, waaruit bleek dat er in heel Nederland slechts enkele van dergelijke gevallen te vinden waren, mochten niet baten. Bij deze en andere argumenten in de ideologische discussie waren (linkse) belangenorganisaties en vakbonden in het defensief en zij werden op een effectieve wijze uit elkaar gespeeld. De hetze tegen bijstandsgerechtigden, die af en toe opduikt wanneer weer nieuwe destructieve maatregelen worden genomen, deed haar werk. Daarvan een voorbeeld.
ANBO 
Tijdens de discussie over de norm riep de ANBO de Eerste Kamer op de kostendelersnorm helemaal uit de AOW te laten verdwijnen indien er sprake is van een mantelzorgsituatie. Uit hun verklaring: 'We zien schrijnende gevallen: ouders die al jaren zorgen voor een kind met een handicap of ziekte bijvoorbeeld. Deze mensen hebben geen keuze, maar worden als het aan de politiek ligt wél gestraft voor hun zorgen met een inkomenskorting. Dat kan echt niet meer. Je kunt wel een participatiesamenleving ambiëren, maar dan moet regelgeving dat stimuleren in plaats van tegenwerken. Het kabinet moet zelf ook eens gaan rekenen en bedenken wat op de lange termijn voordeliger is: voor elkaar zorgen of, uit angst voor inkomensdaling, extern zorg en hulp inroepen'.
De ANBO gebruikt goede argumenten maar… beperkt het verzet tot mensen die mantelzorg verlenen en tot die gevallen waarin een van de inwonenden AOW heeft. En dan komt het. 'ANBO vindt dat er een fundamenteel verschil is tussen bijvoorbeeld een bijstandsuitkering en de AOW-uitkering, hoewel de kostendelersnorm ook in de bijstand volgens ANBO niet de meest voor de hand liggende manier is om de mensen uit een gezin te stimuleren om te gaan werken. Maar waar er bij meerdere bijstandsuitkeringen nog sprake kan zijn van schaalvoordeel, is dat in de AOW zelden het geval. Kinderen die voor hun ouders zorgen of andersom hebben een flinke zorgtaak. Die wordt niet gecompenseerd met een volledige AOW, laat staan met een korting van ruim 300 euro'.
Verdeeldheid en compromispolitiek
Ja maar ANBO: zijn jullie argumenten dus niet meer geldig bij kinderen die hun ouders verzorgen die nog geen 65 zijn? Kortom: links in het defensief, verdeelde belangenorganisaties, compromispolitiek waarbij alleen opgekomen wordt voor de eigen specifieke doelgroep, een rechtse hetze die niet werd beantwoord, en een vakbond die in die tijd een akkoord sloot met de werkgevers en de regering over de uitvoering van de Participatiewet. Over de inhoud waarvan in het sociaal akkoord niets wordt gezegd. Overigens ook met instemming van de oppositie in de vakbonden, die zagen aankomen dat afspraken van de vakbonden met de regering en de werkgevers over die Participatiewet wel eens desastreus zouden kunnen zijn, en die hoopten dat vanuit een zekere bewegingsvrijheid voor de vakbonden verzet van de grond zou komen.
Huishoudinkomenstoets
Hoe anders ging het bij de invoering van de huishoudinkomenstoets! De huishoudinkomenstoets was in veel opzichten vergelijkbaar met de kostendelersnorm. De huishoudinkomenstoets is een per 1 januari 2012 ingevoerde aanscherping van de gezinsbijstand. De regels vloeiden voort uit het regeerakkoord VVD-CDA van 2010 van het kabinet Rutte I. Het kreeg de stemmen van VVD, CDA, PVV en SGP. Naast gehuwden golden als gezin onder meer de volgende groepen volwassenen die hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden: gehuwden met hun meerderjarige kinderen en een alleenstaande met een of meer meerderjarige kinderen. Er werd getoetst op het inkomen en het vermogen van de hele groep samen.
Het totale norminkomen en vrijgelaten vermogen voor drie of meer personen was gelijk aan die voor twee personen. Als bijvoorbeeld iemand met een voltijdse baan nog bij zijn ouders woonde, kregen die geen bijstand, en als iemands bejaarde ouders bij hem inwoonden, kreeg hij in het algemeen geen bijstand omdat die ouders AOW kregen. De huishoudinkomenstoets was dus wel veel strenger dan de kostendelersnorm, die ook uitgaat van het 'kunnen delen van de kosten' en niet van het gezinsinkomen. Bovendien verliezen bij de kostendelersnorm de bijstandsgerechtigden hun uitkering niet volledig. Maar toch. In beide gevallen een aanzienlijke achteruitgang in inkomen voor velen.
Protesten
De huishoudinkomenstoets deed veel stof opwaaien. In de aanloop naar de invoering van de toets was er veel publiciteit over mensen die erdoor in grote moeilijkheden kwamen. Gemeenten trokken aan de bel dat ze dit niet konden uitvoeren. Fracties van sociaal-democratische partijen en andere partijen zoals de Partij van de Arbeid, Groen Links en SP protesteerden en haalden minstens de lokale pers. Belangenorganisaties van uitvoerders, zoals DIVOSA trokken aan de bel. Er verschenen uitgebreide interviews in kranten met slachtoffers. Na invoering van de norm was het niet afgelopen.
Vaak wordt gezegd door gematigde oppositiegroeperingen: de Tweede Kamer heeft gesproken, verzet heeft nu geen zin meer, we kunnen het besluit toch niet meer veranderen. Maar dat gebeurde nu niet. De publiciteit over de slechte maatregel ging door. En de politieke verhoudingen veranderden. VVD en CDA die de regering vormden, verloren de steun van de PVV en sloten een akkoord met D66, GroenLinks en ChristenUnie. En onderdeel van dat akkoord was de afschaffing van de huishoudinkomenstoets. Er werd een nieuwe wet aangenomen, die de huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 deed vervallen. De huishoudinkomenstoets stierf een stille dood, evenals overigens de meer omvattende Wet Werken naar Vermogen, die na jaren slepende onderhandelingen tussen de dwars liggende lokale overheden en maatschappelijke organisaties van tafel verdween.
Nu is het anders
Nu is de situatie heel anders. Van protesten horen we nauwelijks iets. Gemeenten voeren de maatregel in de aanloop naar 1 juli gewoon uit. Sterker nog, een gemeente als Amsterdam voert de maatregel strenger uit dan het Rijk voorschrijft, terwijl er toch een SP wethouder zit. Zoals hierboven al aangegeven, is er geen sprake van de kostendelersnorm als er sprake is van commerciele onderhuur. Er zijn twee wettelijke voorwaarden om dat te beoordelen: er moet een schriftelijke overeenkomst zijn en er moet sprake zijn van een 'commerciele huur'.
De gemeente Amsterdam verbindt op eigen houtje allerlei extra strenge voorwaarden aan de beoordeling of sprake is van onderhuur. Er moet sprake zijn van indexering (jaarlijkse verhoging van de huur overeenkomstig de prijsontwikkeling). De huur moet per bank betaald worden. En er moet een zeer uitgebreide en absurde omschrijving zijn van het gehuurde en de rechten en plichten die eraan verbonden zijn, zoals een bepaling van het gebruik van gemeenschappelijke ruimten en douche en toilet, of bezoek en loges zijn toegestaan, etc. Op het spreekuur waar ik werk, komen wekelijks mensen die juridische procedures moeten beginnen omdat ze onmogelijk aan de strenge voorwaarden van de gemeente kunnen voldoen. En waarbij dan wordt gezegd: de kostendelersnorm is op u van toepassing. Geen indexering van de huur de afgelopen jaren? Kostendelersnorm. Terwijl die mensen gewoon een kamer huren en toch onderhuurder zijn.
Neem het voorbeeld van mevrouw E.F, alleenstaande moeder met twee jonge kinderen, die een grote kamer huurt bij derden. De huurovereenkomst voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente Amsterdam en de verhuurder wil niet meewerken aan een nieuw huurcontract. De kostendelersnorm is van toepassing, immers zij zou de kosten met nog twee anderen, de verhuurder en zijn vrouw kunnen delen. In de praktijk betaalt zij 350 euro huur, van het kunnen delen van kosten is geen sprake, maar omdat de huurovereenkomst volgens de gemeente niet aan de voorwaarden voldoet, zal zij met twee jonge kinderen moeten leven van 594,80 euro per maand.
Het grote verschil 
Uit de vergelijking van de gang van zaken bij de huishoudinkomenstoets en de kostendelersnorm blijkt de nog steeds zeer grote invloed van de top van de sociaal-democratie in het algemeen en van de Partij van de Arbeid in het bijzonder. Terwijl bij de huishoudinkomenstoets en de voorbereidingen van de Wet Werken naar Vermogen de fracties van de lokale Partij van de Arbeid in de gemeenteraden samen met op de Partij van de Arbeid georienteerde onderhandelaars van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) mede leiding gaven aan het verzet, is het nu doodstil bij die partijgroepen. Want de Partij van de Arbeid zit nu in de regering. En de invloed van die partij in de vakbonden is ook nog steeds zeer groot.
Daarbij valt op hoe gemakkelijk lokale bestuurders en uitvoerende organisaties op lokaal niveau, waarbij de Partij van de Arbeid onder de ambtenaren veel invloed heeft, zich voegen naar de opportunistische politiek van de leiding, hoewel ze het er vaak nog steeds niet mee eens zijn. Het lijkt nog steeds zo - hoewel er analyses zijn die dat bestrijden en die uitgaan van de steeds grotere mondigheid van de burger- dat als de top spreekt iedereen in de lagere regionen in zijn werk en activiteiten braaf de maatregelen uitvoert. Een brede coalitie van effectief verzet tegen het liberalisme en haar neo-liberale politiek, al is het maar op onderdelen, is zonder de Partij van de Arbeid blijkbaar nog steeds niet mogelijk.
Interne oppositie
Weliswaar zijn er in de partij en de vakbonden oppositiegroeperingen, maar hun invloed naar buiten en de door hen teweeggebrachte koerswijzingen van de organisaties als geheel, zijn gering en weinig effectief. Er wordt van alles intern uitgevochten, maar naar buiten toe is het stil. Ook oppositiegroeperingen buiten de sociaal-democratie kunnen nauwelijks een georganiseerde vuist maken. Wat mij in mijn omgeving daarbij opvalt, is hoe belangenbehartigers zich blind staren op de (lokale) agenda van de heersende politici, gemeenteraden en Tweede Kamer. Ze richten al hun energie op het lezen en becommentarieren van beleidsstukken, waarbij vaak dezelfde kritiek naar voren wordt gebracht als wanneer de Partij van de Arbeid in de oppositie zit, en vervolgens.... gebeurt er niets.
Waarbij het streven naar de opbouw van verzetsstructuren wordt verwaarloosd. In het verlengde daarvan blijkt in de media nauwelijks aandacht te zijn voor de gevolgen van de kostendelersnorm en de Participatiewet, terwijl die toch even schrijnend zijn als bij de huishoudinkomenstoets. Bij de meest positieve interpretatie van dat verschijnsel kun je zeggen dat de leidende media slechts weerspiegelen wat er aan reuring in de maatschappij is, en dat ze geen zelfstandig beleid hebben om structurele misstanden via eigen onderzoek aan de kaak te stellen. Ook hier werkt het neoliberalisme. Journalisten moeten razendsnel en passief werken binnen de financiele grenzen die door de eigenaren van de media worden gesteld en hebben geen ruimte voor al te veel research buiten de uitgangspunten van de machtigen.
Piet van der Lende

vrijdag 8 mei 2015

De voorzitter van de Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Jim Faas aan het woord

Jim Faas, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) protesteert vandaag in het dagblad Trouw tegen het feit- als ik het kort mag samenvatten- dat de geneeskunde oplossingen moet zoeken voor politieke problemen.


De jurist en arts Faas heeft een account op twitter waar regelmatig bijdragen worden geplaatst. (https://twitter.com/JimFaas?lang=nl). Maar hij heeft opmerkelijk weinig volgers. Misschien gaat dat nu veranderen. Wat Faas in mijn ogen aan de orde stelt (ik geef mijn subjectieve interpretatie) is het volgende. Steeds meer mensen worden onterecht ziek verklaard. Daardoor loopt 'het systeem' vast. Straks miljoenen mensen zitten in een of andere arbeidsongeschiktheidsregeling, waar ze meer of minder geisoleerd van de rest van de samenleving op basis van allerlei uitsluitingsmechanismen hun leven slijten.


Er heerst een chronische massa-werkloosheid,  al decennia lang, waarvoor de politiek geen oplossing heeft. Ik zeg het in mijn woorden, maar de overheid zet werklozen onder druk terwijl die werklozen door de rest van de samenleving met de nek worden aangekeken, wat op zichzelf ook al ziekmakend is. De werklozen komen bij het UWV maar vooral bij de sociale diensten in de gemeenten op grond van de nieuwe participatiewet terecht in een soort sociaal panopticum. Dit houdt in dat op grond van een ingewikkeld stelsel van regels en een uitgebreide bureaucratie werklozen worden gecontroleerd op van alles en nog wat, middels onverwachte huisbezoeken, inleveren van prive gegevens, etc. Wanneer je eventueel wat kosten van levensonderhoud bepaart (kostendelersnorm) gaat je uitkering omlaag. Verdien je wat bij, dan moet je het inleveren. Op facebook klagen bijstandsgerechtigden al heel lang hun nood over dit onrechtvaardige systeem, dat steeds verder wordt uitgebreid. Daarnaast wordt een betrekkelijk kleine categorie onder druk gezet in trajecten te gaan waar ze voor hun uitkering moeten gaan werken zonder uitzicht op een betaalde baan. De beweging tegen dwangarbeid, die langzaam van de grond komt is een uiting van protest daartegen.

Dit alles is bedoeld om de werklozen (en de werkenden) te disciplineren ieder rot baantje te aanvaarden of te houden, onder slechte omstandigheden.


Faas is deskundig in de enige twee routes die voor werklozen openstaan om althans gedeeltelijk aan het sociaal panopticum te ontsnappen: juridisering of medicalisering van in wezen politieke problemen. Middels de weg van juridische procedures kun je enige bewegingsvrijheid creeren als werkloze, ook al omdat de bureaucratie veel fouten maakt en ondanks de vele regels het onderhandelingsproces tussen de klantmanager en de werkloze een vaag schemergebied is, waarvoor in die individuele situatie vaak geen rechten bestaan waarop je een beroep kunt doen. Middels de weg van de medicalisering van in wezen politieke problemen kun je als zieke aan het sociaal panopticum ontsnappen: als je ziek bent hoef je veel dingen niet.


Is het niet beter, een totaal andere richting in te slaan met basisinkomenachtige regelingen, waarbij de vrijheid en de rechten van de werkzoekenden worden vergroot, meer wordt geluisterd naar hun eigen voorstellen om werk te krijgen, meer regelingen worden ontworpen om mensen geleidelijk aan uit de bijstand te laten komen? Is het niet beter, werklozen  vrij te stellen van de sollicitatieplicht? Er kan worden tegengeworpen, dat dan vele duizenden werklozen tot in lengte van dagen geen betaald werk hebben en hun inkomen toch ook zal moeten worden gefinancierd. 'We moeten ze niet in de steek laten' roepen de voorstanders van het huidige systeem. Faas stelt aan de orde, dat nu in feite- via de medische weg- precies hetzelfde gebeurt. Bovenstaande regelingen zijn ook geen definitieve oplossing van de massawerkloosheid. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig, zoals een drastische herverdeling van betaalde arbeid, scheppen van nieuwe vormen van betaalde arbeid en een andere visie op betaalde en onbetaalde arbeid.


Zal wat Faas aan de orde stelt leiden tot een kentering? Ik ben somber. Ik denk dat de rechtse partijen zijn argumenten alleen zullen gebruiken om de arbeidsongeschiktheidsregelingen af te breken en het sociaal panopticum te verscherpen. De ideologische rechtvaardigingen voor die interpretatie zullen ons de komende tijd weer om de oren vliegen. Het thema in het dagblad Trouw zal denk ik wel leiden tot nieuwe konfrontaties tussen politiek links en rechts. Tot nu toe zijn de medicalisering en juridisering als ontsnappingsroute niet echt afgesloten, ook denk ik als onderdeel van een pacificeringsstrategie van de overheid. Dit heeft vrij effectief gewerkt. De arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn beperkt aangepakt en breed verzet tegen het kabinetsbeleid op het gebied van sociale zekerheid is uitgebleven. Wanneer de bovengenoemnde ontsnappingswegen worden afgesloten kan dit anders worden. Wat betreft de ontsnappingsroute van de juridisering zijn de eerste aanzetten al gegeven door de bezuinigingen op de rechtshulp.


Piet van der Lende


donderdag 5 februari 2015

Trekarbeiders en loonslaven in West-Europa


Dit stukje gaat over de unieke samenwerking bij het verzet in Noordwest Duitsland tegen de systematische uitbuiting van trekarbeiders in de vleesindustrie.
In het weekend van 31 januari/1 februari 2015 was er een coördinatievergadering van het Europese netwerk ‘Euromarsen tegen armoede, werkloosheid en sociale uitsluiting'. Tijdens deze vergadering werd verslag gedaan van een uniek samenwerkingsproject in Noordwest Duitsland om de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden van de uitgebuite contractarbeiders in de vleesindustrie te verbeteren. De werklozenorganisatie ALSO in Oldenburg speelt daarbij een belangrijke rol. Ook Nederlandse bedrijven maken zich schuldig aan uitbuitingspraktijken in Duitsland.
Contractarbeiders
Er werken ongeveer 40.000 contractarbeiders in de Duitse vleesindustrie die vooral afkomstig zijn uit Bulgarije en Roemenië en die in deze sector 80% van het slachtwerk doen. In Neder Saksen en Nordrhein-Westfalen hebben worstfabrieken en abattoirs grote delen van het productieproces uitbesteed aan onderaannemers. 'Zo ontstond een miljardenmarkt met maffia-achtige structuren, loondumping en moderne slavernij' zegt de Olde burger secretaris van de strijdbare vakbond voor de voeding, Matthias Brümmer in Die Zeit (1).
De arbeiders verdienen effectief ongeveer 4 tot 5 euro per uur. Maar zij worden tegen hoge huren ondergebracht in omgebouwde stallen en commercieel geëxploiteerde gebouwen, slapen met meerdere personen op een kamer en slapen afwisselend, afhankelijk van de ploegendienst, in hetzelfde bed. Er wordt veel overwerk verricht, ze werken soms 14 tot 15 uur per etmaal, maar dat overwerk wordt niet als zodanig uitbetaald. Pauzes worden niet aangehouden. In de fabriek hebben de arbeiders gekleurde jasjes aan. Iedere nationaliteit heeft zijn eigen kleur. Op die manier kunnen de voormannen de Polen, Roemenen en Bulgaren uit elkaar houden. Velen hebben helemaal geen kamer en zoeken een slaapplaats in het bos. De bevolking in Neder Saksen noemt hen de ‘bosmensen’. ‘We hebben hier met een schaduw wereld van doen, waarbij de meeste mensen wegkijken. Een leger van geesten hebben wij geschapen'. (Eine Geistesarmee haben wir geschaffen). zegt een priester uit Vechta, Peter Kosen in Die Zeit.
Interne kolonisering
De bovengeschetste toestanden maken deel uit van wat je de interne kolonisering van de Europese Unie zou kunnen noemen. De Bulgaarse arbeiders in West-Europa bijvoorbeeld zitten volledig klem. In het eigen land is de economie ingestort. In bijvoorbeeld de bouwsector en de agrarische sector op het platteland zijn nog maar weinig activiteiten. Bulgarije was eens een grote graanproducent, maar daar is niets meer van over. In het land heerst een grote corruptie, en de lonen zijn zeer laag. De arbeiders in de agrarische sector en de bouw zijn gedwongen naar West Europa te gaan, waar zij worden uitgebuit. Vervolgens moet Bulgarije het voedsel dat in West Europa geproduceerd wordt tegen hoge prijzen invoeren, omdat in eigen land niets meer is. De voedselprijzen in Bulgarije liggen hoger dan in West Europa.
Verzet
Op de coördinatie vergadering van de Euromarsen vertelde Willi Lüpcke, vertegenwoordiger van de werklozenorganisatie ALSO uit Oldenburg, over verzet tegen de misstanden in de vleesindustrie (2).
De werklozenorganisatie in Oldenburg is er voor alle mensen met en minimuminkomen. Aanvankelijk kwamen vooral werklozen op de spreekuren die zij iedere week organiseren, maar de laatste jaren komen er steeds meer mensen die wel werk hebben, maar zeer weinig verdienen en onder zeer slechte omstandigheden arbeid verrichten. Met name werden zij geconfronteerd met de bovengenoemde trekarbeiders uit Roemenië en Bulgarije. Na enige tijd kregen zij door een toeval contact met een kritische boerenorganisatie die streed tegen de grootschalige agrarische fabrieken, in het bijzonder de melkboeren moeten hun melk verkopen voor een zeer lage prijs. De organisatie heet Aktionsgemeinschaft Bauerliche Landwirtschaft. Deze kritische boeren moeten niets hebben van de officiële boerenorganisaties, die volgens hen alleen maar de belangen vertegenwoordigen van de agrarische grootindustrie.
Vier jaar geleden ontstond het eerste contact met de werklozenorganisatie ALSO. Gevolg was dat de werklozen meededen aan acties van de melkboeren. De eisen tijdens de acties waren: een faire prijs voor de melk, faire voorwaarden voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering (faire Regelsatz für Harz IV Empfänger) en in de supermarkten faire lonen voor de arbeiders en betere werkomstandigheden. Tijdens deze acties ontstonden ook contacten met de vakbond voor de voeding. (Gewerkschaft Nahrung Genuss-Gaststätten.) De vakbond voor de voedingsmiddelen, de werklozen en de boeren gingen samen actie voeren.
organiseren
Men besloot, te proberen de contractarbeiders in de vleesindustrie te organiseren en activiteiten voor hen te ontplooien om de omstandigheden te verbeteren. De voedingsbond verstrekte informatie over de werkomstandigheden in de abattoirs. Miserabele arbeidsomstandigheden, hierboven uitgelegd, waren er overal. Er is desondanks een lage organisatiegraad in de vakbonden. Na het informatie verzamelen was een volgende stap om de schandalen publiek te maken. Er werken weinig vakbondsleden, dus ze moesten iets opbouwen. Daarom richtte men zich als volgende stap op enkele bedrijven. Er zijn vier grote concerns in de slachterijen en in de hoenderindustrie, twee daarvan zijn het Deense Dennis Crown en de Nederlandse firma VION NV (3). Dennis Crown heeft ontdekt dat Duitsland in feite ook een lage lonen land is en die zijn toen naar Noordwest Duitsland verhuisd. De Nederlandse firma Vion NV behaalt grote winsten omdat de migranten daar als ZZP-ers via een werkverdrag te werk worden gesteld en dit bedrijf betaalt nog lagere lonen dan de contractarbeiders in andere bedrijven hebben. Vervolgens ontstond een breed samenwerkingsverband, waar de plaatselijke katholieke kerk ook deel van uitmaakt, en werden bijeenkomsten gehouden voor een abattoir van de Nederlandse slachtfabriek. Aan de bijeenkomsten namen 150 tot 200 mensen deel. De pers heeft uitvoerig over de acties bericht. De discussie kwam op gang. Dit werd nog versterkt door het feit, dat twee contractarbeiders in hun woonhuis verbrand zijn. Dit leverde veel publiciteit op over de misstanden. Het samenwerkingsverband eiste toen, dat de Roemenen en Bulgaren goed geïnformeerd zouden worden over hun rechten. Er werd een pamflet verspreid.
contact
Eerste contacten kwamen tot stand. Het was moeilijk contact te maken, de uitzendbureaus en koppelbazen regelen het dagelijks leven van de contractarbeiders, die onder controle heen en weer reizen tussen hun werk en hun kamer. Ze hebben geen contact met de bevolking, en gaan eenmaal per week onder begeleiding naar de supermarkt. Een volgende stap was dat men een mobiel spreekuur-bureau inrichtte. Een combiwagen die als bureau was ingericht is voor de fabriek gereden en er werden adviezen gegeven aan de arbeiders. Bij de spreekuurmedewerkers waren twee vrouwen, een vrouw uit Roemenië en een vrouw uit Bulgarije. Op de achtergrond gingen de vaste spreekuren op kantoor ook gewoon door, waar ook vrouwen uit Oost Europa werkten. Een priester noemde het beestje bij zijn naam: het is slavenarbeid. Daarop werd de man vanuit de bevolking bedreigd. Veel inwoners van Noordwest Duitsland willen niets van de misstanden weten. Er zijn bewoners van Noord West Duitsland, die zelf ook een krakkemikkig kamertje verhuren aan trekarbeiders, en die zo ook aan het hele circus verdienen.
toekomst
Er staan verschillende acties op stapel om de activiteiten voort te zetten. Daarbij neemt men ook deel aan elkaars acties. Zo neemt ALSO deel aan de verschillende acties met de boeren en de vakbonden. De kritische boeren organiseren bijvoorbeeld jaarlijks een demonstratie tegen de agrarische grootindustrie en de schade voor het milieu die deze fabrieken veroorzaken.
Langzaam krijgt het samenwerkingsverband van verzet tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de slachterijen grip op de situatie. Contacten worden geïntensiveerd, en er staan nieuwe plannen op stapel, onder andere in de bouw, waar in Duitsland vergelijkbare toestanden heersen. Roemenen en Bulgaren werken illegaal bijvoorbeeld aan de bouw van een school in Oldenburg. Er zijn ook contacten met de Conféderation Paysanne in Frankrijk. De grote bedrijven proberen de regeringen van verschillende landen tegen elkaar uit te spelen door aparte vestigingsvoorwaarden te eisen. In Frankrijk is een sanering van de slachtindustrie, omdat veel bedrijven uit Frankrijk en andere landen verhuizen naar Noordwest Duitsland vanwege de gunstige uitbuitingsmogelijkheden. Het nieuwe samenwerkingsverband geeft ook een impuls aan de discussie over de samenhang tussen sociale problemen en de ecologische kwestie.
noten:
(1) http://www.zeit.de/wirtschaft/2014-12/schlachthof-fleischindustrie-arbeiter-osteuropa-ausbeutung
(2) http://www.also-zentrum.de/
(3) Zie voor de geschiedenis van het bedrijf en de omzet en winstcijfers Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Vion_N.V.) De website van het bedrijf zelf is te vinden op http://www.vionfood.nl/
Piet van der Lende

donderdag 29 januari 2015

De SP op neoliberale wegen in de parlementaire politiek

Na de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar is de SP, oppositiepartij bij uitstek en verbonden met sociale bewegingen en de vakbonden, in veel gemeenten toegetreden tot de bestuurscolleges. Een voorbeeld is Amsterdam. Het blijkt dat de SP in veel gevallen verstrikt raakt in een parlementaire politiek van geven en nemen en een streven naar compromissen.

Net als bij de politiek van de PvdA worden deze compromissen verdedigd tegenover sociale bewegingen en vakbondsgroepen die verdergaande eisen willen stellen. In Amsterdam heb ik vanuit het actiecomité DwangarbeidNee, onderdeel van landelijk verzet, ervaren hoe dit werkt. Eerst verzetten wij ons in een coalitie met de SP om het dwangarbeidscentrum van Herstelling aan de Laarderhoogtweg gesloten te krijgen en keerden we ons tegen het werken zonder loon dat in Amsterdam de vorm kreeg van participatieplaatsen. Wat is de situatie nu?

Neo-liberale politiek

SP-wethouder Arjan Vliegenthart is met een plan gekomen: 425 tijdelijke “perspectiefbanen” van een half jaar voor de vijftigduizend werklozen en invoering van “leerwerkstages” die in feite niets anders zijn dan een voortzetting van de oude participatieplaatsen. En wanneer wordt het dwangarbeidcentrum gesloten? “Geduld”, zegt de wethouder, “het gaat zeker nog deze collegeperiode gebeuren”. De SP is in feite de neo-liberale wegen opgegaan in de bestrijding van de werkloosheid. Wat zijn daarvan de belangrijkste kenmerken?
1. Rigoureuze bezuinigingen op specifieke beleidsterreinen, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, de sociale zekerheid en de sociale woningbouw. Invoering van marktwerking op deze beleidsterreinen door middel van privatisering van overheidsdiensten en de creatie op afstand van niet democratisch controleerbare bestuursinstellingen die de bevoegdheid krijgen zich door heffingen te financieren.
2. De invoering van een sociaal panopticum voor een beperkte groep in de samenleving die niet kan of wil voldoen aan het ideaal van de “homo economicus”, de rationeel handelende consument en arbeidskracht die altijd voor zichzelf de meest efficiënte en goedkope oplossing zoekt. Deze zelfcontrole raakt echter steeds meer mensen – ook die in het concurrentiesysteem niet buiten de boot vallen – onder andere als gevolg van wat terrorismebestrijding heet. Iedereen krijgt ermee te maken, iedereen moet altijd overal zichtbaar en controleerbaar zijn. Essentie van de verdediging van de neo-liberale politiek en daarbinnen van de werkloosheidsbestrijding is dat er geen faciliteiten worden verschaft om vooruit te komen. Op de reïntegratiegelden, cursussen Nederlands, leren lezen en schrijven enzovoorts, wordt juist flink bezuinigd. Om de mensen toch mee te krijgen in de carrousel van op de markt opererende individuen, wordt het sociaal panopticum opgetuigd met strengere controles en bureaucratische drempels bij de toegang tot de sociale zekerheid. Niet voldoen aan de normen van concurrentie en de zucht naar eigenbelang worden streng gestraft.
3. De bezuinigingen gaan gepaard met decentralisatie van de uitvoering en beperkte beslissingsbevoegdheden. De centrale overheid stuurt indirect op basis van een door haar vastgestelde budgetpolitiek. Dat geeft de financiële kaders aan, waarbinnen bijvoorbeeld de gemeenten moeten opereren.
De drie meest recente decentralisaties zijn de hervorming van de jeugdzorg, afbouw van de AWBZ, privatisering van de gezondheidszorg en invoering van de Participatiewet. Kern van de “transitie” op deze terreinen: meer lokaal maatwerk, waarbij in een onderhandelingsproces tussen cliënt en hulpverlener wordt vastgesteld wat de beste oplossing is. Om een voorstander van dit systeem te citeren: “Vroeger in de oude doorgeschoten welvaartsstaat had je nationaal geformuleerde rechten, waarop je een beroep kon doen, nu is er maatwerk in een onderhandelingsproces.” In “keukentafelgesprekken” en “gesprekken” met ambtelijke uitvoerders van de bezuinigingen moeten de rechteloos geworden hulpzoekenden als rationeel handelende, het eigenbelang nastrevende individuen maar zien dat ze de voorzieningen krijgen die ze nodig hebben.

Geen breed verzet

Hoe kan het dat een politiek van rigoureuze bezuinigingen, decentralisatie van het beleid, afbraak van rechten, enzovoorts, onder de regering Rutte zonder massaal breed verzet kan worden uitgevoerd? Terwijl, volgens mij, de meerderheid van de bevolking het er niet mee eens is? Eerder lukte het niet. De Wet Werken naar Vermogen, de voorganger van de Participatiewet, kon niet worden ingevoerd vanwege politieke strubbelingen. De kostendelersnorm werd weer ingetrokken. Het vorige kabinet (zonder PvdA) onderhandelde met de gemeenten over een bestuursakkoord om op verschillende beleidsterreinen decentralisaties door te voeren. Dat bestuursakkoord kwam er niet door verzet van met name PvdA-bestuurders in de lagere overheidsorganen. Heet hangijzer: er wordt te weinig geld beschikbaar gesteld voor de gemeenten om de decentralisaties uit te voeren.
En toen kwam er een nieuwe regering, nu met de PvdA. Uitgangspunt werd – zoals al langer bij sociaal-democraten die in de regering stappen – : als wij wat geld krijgen voor de bestrijding van de ergste armoede en om de bezuinigingen op te vangen die de ‘zwakste groepen’ enigszins ontzien, dan stemmen wij in met de structurele hervormingen die de liberalen voorstellen.

Straffe individualisering

De SP omarmt vandaag deze sociaal-democratische politiek in de colleges, waarbij ze voor armoedebestrijding extra geld uittrekt dat niet in verhouding staat tot de omvang van de bezuinigingen die de centrale overheid uitvoert. De SP-wethouders, Vliegenthart voorop, kiezen niet voor een beleid dat gericht is op bestrijding van de werkloosheid door op grotere schaal banen te creëren. Ook werken ze niet aan een ander regime met faciliteiten voor de mensen die nooit meer zullen werken. Nee, daar is geen geld voor.
Ze streven ernaar, geheel volgens de neo-liberale politiek, om werklozen “vaardigheden” bij te brengen in disciplineringstrajecten om mee te kunnen in de concurrentiestrijd om de schaarse banen. En wie niet aan de normen voldoet, wordt gestraft. Het gaat om “employability”, persoonlijke eigenschappen van de werkloze en zijn of haar gedrag en karaktereigenschappen, waarbij de oorzaak van de werkloosheid gezocht wordt in kenmerken van het individu en niet in het feit dat er domweg veel te weinig banen zijn.
Vandaar weer de paar “leerwerkstages”. De “perspectiefbanen” worden gepresenteerd als werkschepping, maar zijn het niet en passen geheel in de neo-liberale politiek. De discussie in de gemeenteraad met de liberalen ging er onder meer over dat die banen niet te lang mogen duren, mensen moeten er niet in blijven “hangen”, maar doorstromen. Alles moet stromen op de arbeidsmarkt. Van flexibele arbeidskrachten die zich steeds aanpassen aan de zich veranderende eisen van de markt en de werkgevers. Voor ieder rot baantje moet je meteen klaarstaan. En zo niet, dan volgen strenge sancties. De uitvoeringsorganisatie van de gemeente is hierop al ingericht. Ze gaat gewoon door met het “uitrollen” van deze neo-liberale politiek, als voortzetting van de vorige colleges, onder andere met wethouders van GroenLinks.
Vliegenthart is in de discussie nu ook gefocust op “de mensen die niet willen”. Wat moet je ermee, moeten daar toch maar disciplineringstrajecten voor komen? En moet het strenge systeem van sancties toch maar worden gehandhaafd? Want dat is de oorzaak van de werkloosheid, nietwaar? Hoezeer de SP-ers ook met de mond belijden dat er te weinig banen zijn, en hierover ferme vragen stellen in het parlement, in de colleges voeren ze hun beleid geheel uit in de traditie van de compromispolitiek van de sociaal-democraten. “We doen niets, of we doen dit”, aldus Vliegenthart.
In andere gemeenten volgen SP-wethouders dezelfde politiek. In Eindhoven, waar twee gemeenteraadsleden uit de partij zijn gestapt, in Leiden, Pekela en Helmond, waar Vliegenthart als informateur optrad voor hij wethouder in Amsterdam werd. Daar is nadrukkelijk in het collegeakkoord de mogelijkheid opengehouden voor een verplichte tegenprestatie voor bijstandsgerechtigden die nooit meer betaald werk zullen verrichten.

Verdelende gevolgen

Je krijgt nu op lokaal niveau meteen met weerstanden te maken die ieder beginnend verzet tegen de neo-liberale politiek, werkend aan een compromis, neutraliseert. Mensen raken nog meer verdeeld dan ze al waren en reageren zo ook op de ontwikkelingen. Sommigen zoeken de weg van het overleg. Trachten de zittende lokale macht te overtuigen van hun gelijk, spreken in gedurende drie minuten in een commissie van de gemeenteraad, lobbyen, enzovoorst. Ze zijn op zoek naar een compromis met de liberalen en hopen in de onderhandelingen nog zoveel mogelijk uit het vuur slepen. En dan trots de resultaten in een propagandacampagne presenteren, als de liberalen wat kruimels hebben toegeschoven – zie je wel, lobbyen en parlementaire politiek werkt! Overigens met weglating van wat allemaal aan structurele punten is ingeleverd. Dit is de politiek die de SP in Amsterdam volgt.
Anderen wenden zich teleurgesteld af van de politiek en uiten hun machteloze woede in spreekkamers, onderling urenlang tegen elkaar praten over hoe slecht de wereld is zonder dat er verder iets uitkomt. Op Facebook worden de misstanden breed uitgemeten en in de publiciteit worden de ergste schandalen via interviews met slachtoffers voor het voetlicht gebracht zonder dat het verder consequenties heeft.
Weer anderen storten zich op de individuele hulpverlening. Gaan mee met “keukentafelgesprekken” of “gesprekken” met de sociale dienst, schrijven bezwaarschriften, enzovoorts. Weliswaar wordt door middel van een wildgroei aan “meldpunten” op velerlei beleidsterreinen getracht om misstanden te verzamelen en meer algemene conclusies te trekken. Maar een rapport komt even in de publiciteit, er wordt wat over gediscussieerd in de gemeenteraad, de liberalen doen hun zegje en alles blijft bij het oude. Zo draait iedereen rond in cirkels binnen de bestaande machtsverhoudingen, zonder dat er iets structureels verandert.
Ondertussen blijkt de uitvoerende (gemeentelijke) macht ongevoelig voor alle kritiek en misstanden die naar voren worden gebracht. Hierbij maken ze gebruik van het feit dat de gemeenteraad verdeeld is in wat meer links en rechts die samen een coalitie vormen. Wanneer die met elkaar onderhandelen en er even niet uitkomen, zegt de bureaucratie: laat het maar aan ons over, geef de ambtenaren meer bevoegdheden, wij lossen het wel op, wij zullen wel een weg uitstippelen waarmee iedereen het eens kan zijn. Dit is het mechanisme dat in Amsterdam tot uiting komt. En dat door de vereniging van Directeuren van Sociale Diensten (Divosa) wordt uitgedragen. Op misstanden die ontstaan door de nieuwe Participatiewet, reageerde de vereniging: geef ambtenaren meer bevoegdheden om maatwerk te leveren, om in individuele gevallen van de regels af te wijken. Oftewel, de willekeur van de negentiende-eeuwse charitas is terug in een ander jasje: je krijgt een aalmoes, maar misschien ook niet, dat hangt ervan af of het tussen ons “klikt”, of jij aan mijn normen voldoet en een beetje kunt onderhandelen.

Actiecomité DwangarbeidNee

Ons actiecomité gaat door met de strijd, met onder meer de volgende uitgangspunten.
1. Herpolitiseren van de problemen waarmee veel mensen te maken hebben. Laten zien hoe het beheerssysteem werkt. Aan de orde stellen dat niet de behandeling en bejegening door een ambtenaar de oorzaak van de problemen is, of de slechte eigenschappen van deze of gene, de kenmerken van een persoon en een discussie over het ‘goede’ of ‘slechte’ gedrag van individuen. Nee, de verdeling van rijk en arm, het bureaucratisch beheerssysteem, de actuele politiek, de massawerkloosheid. Alleen een versterking van de rechtspositie van de betrokkenen kan de situatie verbeteren. Aan de kaak stellen wanneer dit niet gebeurt, zoals in Amsterdam bij de werkzoekenden met de SP aan het roer. Het gaat erom dat mensen die hulp nodig hebben, kunnen onderhandelen vanuit een goede rechtspositie en de faciliteiten krijgen om vaardigheden te ontwikkelen om dat proces goed te voeren.
2. Effectief verzet voor een verbetering van de rechts- en inkomenspositie. Een werkelijk perspectief kan alleen komen van de mensen die het betreft, van een organisatie van onderop. De vele meldpunten en ook de individuele hulpverlening kunnen hierbij helpen, wanneer dit in een structureel verband gebeurt. Meer organiseren met de mensen die het aangaat. Dus bijvoorbeeld liever een hoorzitting opzetten met betrokkenen dan alleen door “bemiddelaars” klachten laten verzamelen die vervolgens een rapport opstellen, waarbij de bredere kaders van de neo-liberale politiek niet aan de orde komen.
Een goede vorm zou wat mij betreft de organisatie van “buitenparlementaire enquêtes” zijn, waarbij getuigen (ervaringsdeskundigen) verklaringen afleggen over misstanden en de verantwoordelijken in een openbare zitting ter verantwoording worden geroepen op basis van een vooronderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van een meldpunt.

Piet van der Lende
(Dit artikel verscheen eerder bij Solidariteit.)