Wij stellen de vraag, of het waar is dat
op de voorzieningen in de buurten zoals het sociaal-cultureel werk, de buurthuizen
en de wijkopbouworganen in het nabije verleden drastisch bezuinigd is en of wij
op de minimaconferentie aan de orde kunnen stellen, dat dit teruggedraaid moet
worden, omdat de voorzieningen niet op peil blijven.
Cees antwoordt, dat de bevoegdheden van de
centrale gemeente voor de uitgaven ten behoeve van welzijnsinstellingen tot nul
zijn teruggebracht. Bij de instelling van de stadsdeelraden is destijds een
eenmalig bedrag vastgesteld. Later is nog een poging gedaan, vast te stellen of
dit bedrag wel juist was, door een poging te doen, de uitgaven van de
stadsdeelraden te vergelijken met de uitgaven voor dit beleidsonderdeel bij
zelfstandige gemeenten. Dit was moeilijk, omdat zelfstandige gemeenten meer
zelfstandige taken hebben. Maar je kunt toch zeggen, dat gepoogd is, de
verschillende taken zodanig uit te splitsen, dat een vergelijkbaar beeld
ontstond. Het ging bij deze discussie overigens niet zozeer om het totale
bedrag dat van de centrale gemeente komt, maar om de verdeling tussen de
stadsdelen. Daarvoor zijn toen criteria bedacht. Er wonen zoveel allochtonen,
zoveel minima, zoveel werklozen, zoveel ouderen, en daar zijn die en die
voorzieningen voor nodig. Op basis van die criteria is een sleutel bedacht voor
de verdeling over de stadsdelen. Dat was in totaal dus niet een lager bedrag
dan de gemeente uitgaf. Maar, zeiden de stadsdelen, jullie geven ons
schoolgebouwen en zwembaden met achterstallig onderhoud, daar moet geld bij.
Toen is het bedrag tijdelijk verhoogd met wat wel genoemd werd de "Etty-gelden".
Er is eigenlijk vanuit de centrale stad
niet rechtstreeks op welzijnsvoorzieningen bezuinigd wat het bedrag betreft,
maar er is op twee andere fronten wel fors bezuinigd:
1. Tijdens het proces van decentralisatie
zijn de bijdrage van de gemeente aan het onderwijs boven de rijksgelden die in
totaal 80 miljoen bedroegen, drastisch teruggeschroefd. Er is 60 miljoen vanaf
gegaan. De bijdrage is nu dus 20 miljoen. Het argument daarvoor was, dat het de
bedoeling was, dat met die gelden iets extra's gedaan werd, naast het gewone
schoolprogramma, maar dat gebeurde nauwelijks, de scholen beschouwden het
gewoon als een vaste inkomstenbron naast alle andere voor het reguliere
schoolprogramma. De bestuurders vroegen zich af wat dan het effect van zo'n
bijdrage zou zijn naast de gigantische rijksbijdragen die misschien wel in de
miljarden loopt. In dit opzicht hebben de stadsdelen dus een bezuinigingstaak
opgelegd gekregen. Maar ze waren/zijn vrij, om die bezuinigingen naar eigen
goeddunken uit te voeren. Ze hoeven niet perse op onderwijs te bezuinigen.
Sommige stadsdelen hebben de bezuinigingen gevonden door efficiency en
effectiviteitsmaatregelen. Andere stadsdelen zijn in diverse posten gaan snijden:
welzijnsvoorzieningen, straten, onderwijs.
2. Het decentralisatieproces naar de
stadsdelen toe was ook een gigantische bezuinigingsoperatie op het
ambtenarenapparaat naar de stadsdelen toe in de apparaatssfeer. Ook hier was
het probleem, dat als de stadsdelen er niet in slaagden, te bezuinigen op het
apparaat, dat het dan bijvoorbeeld uit de vuilnisophaal moest komen.
In het begin wilden de stadsdelen de
buurtbewoners niet voor het hoofd stoten en is er relatief weinig bezuinigd op
welzijnsvoorzieningen. Zo zijn er in het begin bijvoorbeeld kinderopvangvoorzieningen
gerealiseerd. later werd dit minder omdat er bezuinigingstaakstellingen op de
stadsdelen afkwamen. Een derde van het totale budget van de gemeente gaat naar
de stadsdelen, dus als de gemeente een bezuinigingstaakstelling vaststelt,
moeten de stadsdelen die ook voor een derde dragen. In sommige stadsdelen is
dus wel bezuinigd op sociaal-cultureel werk, in andere weer niet.
3. De stadsdelen zijn ook
verantwoordelijk voor het maatschappelijk werk. Er is daar niet echt
bezuinigd, maar aan de andere kant zijn allerlei noodzakelijke uitbreidingen
ook niet uitgevoerd. Sommige stadsdelen zijn erin geslaagd de kwaliteit van de
dienstverlening toch te verbeteren, door bijvoorbeeld ouderenzorg,
maatschappelijk werk, sociaal raadslieden etc. onder te brengen in een
voorziening. Dan kun je besparen op de overheadkosten, omdat al die clubs niet
volledig zelfstandig zijn maar bij elkaar in een gebouw zitten.
Groen Links gaat een armoedenota
uitbrengen, waarin wordt gevraagd, het maatschappelijk werk weer op peil te
brengen. Het maatschappelijk werk, dus de stadsdelen, hebben een belangrijke
taak in de budgettering en de schuldhulpverlening, waarbij contracten zijn
afgesloten met Crediam, dat zij de onderhandelingen met de schuldeisers doen,
en het maatschappelijk werk de verdere hulpverlening, in samenwerking met het
STIB.
Wij stellen de vraag, of niet kan worden
gezegd, dat allerlei grootschalige projekten, zoals de Noord-Zuid lijn van de
metro betekenen, dat er minder geld is voor de minima, of dat de gemeentelijke
lasten omhoog moeten. Uit de nota "Amsterdam naar 2000" dat de basis
was voor de onderhandelingen over de VINEX-akkoorden bleek, dat de
financieringsstruktuur voor die grote projecten gebrekkig was, en dat er
bezuinigd moest worden in de reguliere begroting om alles rond te krijgen.
Naast de grote rijksbijdragen werd immers ook een substantiële bijdrage van de
gemeente Amsterdam gevraagd. Er is, luidt dan de conclusie, geen geld voor de
minima, er komen nieuwe bezuinigingen op ons af.
Cees is het niet eens met deze
redenering. Bij de planning van de aanleg van Nieuw-Oost is een afweging
gemaakt van de kosten en baten. Dit project wordt geheel gefinancierd uit de
verkoop van de kabel. De woningbouwverenigingen waren aandeelhouder van de
kabel, en zij gebruiken het geld om te bouwen in Nieuw Oost. Dit heeft
verschillende voordelen. Er ontstaat een wijk, waar mensen willen wonen, die
anders zouden wegtrekken uit de stad. Deze rijkeren kunnen ook een bijdrage
leveren aan de gemeentefinanciën, en bovendien is het zo, dat daardoor het
inwonertal van de gemeente weer wat groter wordt en dus de bijdrage uit het
gemeentefonds. Zo is een afweging gemaakt van wat levert het op en wat kost
het. Er zijn nog andere voordelen. Als de mensen die in Amsterdam werken hier
ook blijven wonen, heeft dat consequenties voor de reisafstanden, het gebruik
van de auto. Mensen wonen dan niet buiten de stad.
Wat betreft de Noord-Zuid lijn wordt een
5 procentsbijdrage gevraagd van de gemeente Amsterdam. Dat betekent op een
begroting van een miljard ongeveer 50 miljoen. Daarvoor is in de
gemeentebegroting wel ruimte te vinden door geld te lenen, waarbij je aan rente
en aflossing jaarlijks 6 of 7 miljoen moet betalen, gespreid over een groot
aantal jaren. Je kunt op dit moment zeggen, dat door de drastische
bezuinigingen met name op het ambtenarenapparaat, die hiervoor werden genoemd,
de gemeente aardig financieel rond komt en dat er voor nieuw beleid jaarlijks
toch wel zo'n 10 tot 20 miljoen beschikbaar komt, het ene jaar wat meer, het
andere jaar wat minder.
Wij brengen naar voren, dat de
rijksbijdrage aan het gemeentefonds toch drastisch wordt teruggeschroefd. Ook
dit heeft volgens Cees voor Amsterdam weinig consequenties, want er vindt
tegelijkertijd een verschuiving in de verdeling van de gelden plaats, waardoor Amsterdam veel meer geld krijgt en andere gemeenten minder, zoals Amstelveen.
Het rijk zegt, als jullie die bezuinigingen willen opvangen, dan moeten jullie
de onroerend goed belasting maar verhogen op de duurdere huizen van de mensen
met hogere inkomens.
Wij zeggen dat dan hierop doorredenerend
onze bijdrage aan het minimadebat niet zou moeten zijn, er wordt ontzettend
veel bezuinigd, er is nergens geld voor, alles wordt minder, we zijn tegen al
die bezuinigingen, maar er is nu ruimte in de gemeentelijke begroting voor een
anti-armoedebeleid, Amsterdam doe er wat mee. Cees is het daarmee eens. We
moeten erop letten dat we niet links gepasseerd worden door De Grave. Die heeft
al gezegd, dat er meer mogelijkheden komen voor kwijtschelding van
gemeentelijke heffingen. Groen Links is ten eerste voorstander van een daluren
kaart op de tram, die je kunt kopen met de stadspas. Dan zou je pas wat aan die
pas hebben. Bovendien zou de maatregel kunnen worden genomen, dat mensen in de
bijstand automatisch kwijtschelding krijgen van gemeentelijke heffingen.
Verder zouden wij op de conferentie aan
de orde kunnen stellen: de stadsdelen moeten voor goede voorzieningen zorgen,
en voor een goede schuldhulpverlening. Loopt dat wel goed? We zouden kritiek
daarop naar voren kunnen brengen en daarmee de relatie stadsdelen-centrale
stad, of er wel genoeg geld voor komt. Bovendien wat die voorzieningen op
bijvoorbeeld sociaal-cultureel terrein betreft: de gemeentelijke sociale dienst
en de wethouder zitten op de lijn van de sociale activering mensen moeten
gestimuleerd worden om betaald dan wel onbetaald werk te doen, cursussen te
volgen, etc. Wat je daar verder ook van vindt, zijn er in de buurten wel genoeg
voorzieningen, om voor en door al die mensen activiteiten op touw te zetten?
Over dit thema gaat Matrix binnenkort een conferentie organiseren.
Wij stellen de vrijstelling van de
sollicitatieplicht en de onkostenvergoedingen voor vrijwilligers aan de orde.
De gemeenteraad heeft uitdrukkelijk vastgesteld, dat deze vergoedingen voor
veel vrijwilligers zoals langdurig werklozen moeten gelden, dit is door het CDA
en Groen Links in de discussie aan de orde gesteld, maar niet verder in de
officiële stukken vastgelegd; het mag dus niet alleen gelden voor vrijwilligers,
die dit werk doen in het kader van een traject dat toeleidt naar de
arbeidsmarkt. Als dit door de sociale dienst te eng wordt geïnterpreteerd
zouden we dit in de vorm van een raadsadres aan de orde kunnen stellen. Dan
volgt er een discussie over in de gemeenteraad.
We stellen aan de orde, dat vergoeding
van duurzame gebruiksgoederen uit de bijzondere bijstand nu niet mogelijk is,
Cees vraagt, of wij dan een vergoeding willen of leenbijstand, waarvoor geen
rente hoeft te worden betaald. Wij zeggen, dat bijvoorbeeld iemand op een
minimum wier wasmachine na 5 jaar versleten is, een vergoeding moet krijgen uit
de bijzondere bijstand om een nieuwe aan te schaffen. We discussiëren verder
over het declaratiefonds, zoals dat in Dordrecht is ingevoerd. Zien wij iets in
een dergelijk fonds voor vergoeding van kosten van het maatschappelijk verkeer
ten bedrage van 100 tot 200 gulden per jaar bijvoorbeeld naast de stadspas?
Wij wel.
Verder onderzoekt Groen Links of er
categoriale toepassingen van de bijzondere bijstand mogelijk zijn, dat mag nu,
Groen Links denkt aan ouders met middelbare scholieren. Weten wij nog andere
groepen?
Een maatregel, om mensen die langer dan
een bepaalde periode in de bijstand zitten categoriaal een extra bijdrage te
geven wordt niet overwogen. Ine zegt, dat de balansuitkering in Rotterdam ook
mislukt is, omdat de criteria zo streng waren, dat slechts drie mensen ervoor
in aanmerking kwamen.
Wel overweegt Groen Links om de
draagkrachtberekeningen voor de bijzondere bijstand aan de orde te stellen, en
dan bijvoorbeeld dit voor mensen die langer in de bijstand zitten soepeler
uit te voeren. Of bijvoorbeeld ook voor mensen, die iets boven het minimum
zitten. Dit verlaagt de armoedeval.
We discussiëren verder over de koudetoeslag.
Cees zegt, dat daarover pas iets aan het eind van het jaar bekend is, als de
rekeningen van het energiebedrijf komen. Wij zeggen, dat die rekeningen bij
iedereen op een verschillend moment komen. Het hangt er maar vanaf, wanneer je
in de woning bent gekomen, de datum waarop het energiebedrijf begint te tellen
met 12 termijnen. Dat is bij iedereen verschillend en niet altijd aan het
einde van het jaar, er zijn nu al mensen die hoge rekeningen krijgen. Cees
zegt, dat hij graag voorbeelden van rekeningen van mensen zou zien, er zijn
wel allerlei gemiddelden en schattingen daarvan gemaakt, maar concrete
voorbeelden zijn belangrijk.
In de MUG heeft een artikel gestaan over
het Dordrechtse model bij tandartskosten. Cees overweegt, dit in Amsterdam ook
voor te stellen.
Natuurlijk komt de bijverdienregeling
weer aan de orde. Wij hebben daarover gezegd, dat men bij de helpdesk nABW ook
ten aanzien van de categoriale groepen, dus bijstandsvrouwen met kinderen
jonger dan 12 jaar, en gedeeltelijk arbeidsongeschikten zegt, dat het
individueel beoordeeld wordt, en dat er geen generieke regeling is waarop je
een beroep kunt doen. Cees is het met deze regeling eigenlijk helemaal niet
eens, maar als hij er toch is, moet het uitdrukkelijk alleen beoordeeld worden
ten aanzien van: is iemand wel geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt, en
heeft een bijstandsvrouw wel zoveel zorgen aan de kinderen, dat ze er niet
volledig bij kan werken. Als het antwoord ja luidt, moet de premieregeling
zonder meer worden toegepast. Als dit toch niet zo is, zouden we dit in de vorm
van een raadsadres aan de orde kunnen stellen.
Het is een beetje mistig, omdat Bea Erik
in de gemeenteraad op de valreep van de discussie nog een motie heeft
ingediend, waarbij de bijverdienregeling werd uitgebreid voor bijstandsvrouwen
met kinderen tot 12 jaar, indien de kinderen veel verzorging vergen. Komt dat
eigenlijk wel in de verordening? Verder punten zijn de uitkering aan jongeren,
die omhoog moeten, de verhuiskostenregeling voor ouderen.
Wij stellen aan de orde, dat er
moeilijkheden zijn met de verhuiskostenvergoeding voor gehandicapten, in het
kader van de WVG, die verhuizen van een niet- aangepaste woning naar een
aangepaste. Deze verhuiskosten worden soms niet vergoed, omdat men het geen vergoeding
vindt voor ergonomische aanpassingen in het huis. De verhuiskosten vallen
daarbuiten. Cees zal de aansluiting van bijzondere bijstand en WVG op dit punt
nader onderzoeken.
Tenslotte: de kwijtscheldingsnorm moet
naar 100% en dit zal ook wel gebeuren.
Wij brengen nog naar voren, dat we een
wetenschappelijk onderzoek willen naar de omvang van de armoede in Amsterdam.
Cees zegt, dat dit ook door de SP aan de orde is gesteld, en dat dit ook
uitstekend past binnen de armoedenota van Melkert, omdat daar wordt
geconstateerd, dat er over de armoede veel onbekend is.
PvdL 10-04-1996
Geen opmerkingen:
Een reactie posten